Moeten de juridische ouders toestemmen in de adoptie?
Het principe is dat zowel bij gewone als volle adoptie van een minderjarige de toestemming van beide juridische ouders vereist is (art. 348-3 oud BW).
Als een kind slechts 1 juridische ouder heeft (m.a.w. er staat slechts 1 naam op de geboorteakte van het kind), dan dient enkel deze ouder in de adoptie toe te stemmen (art. 348-3 oud BW).
Maar wat als de juridische ouder geen toestemming kan geven?
Als een van de juridische ouders vermoedelijk afwezig is, geen gekende verblijfplaats heeft, in de onmogelijkheid verkeert om zijn wil te kennen te geven of wilsonbekwaam is, dan is de toestemming van de andere voldoende (art. 348-3 oud BW).
Als er geen juridische ouders zijn of als zij of de enige ouder ten aanzien van wie de afstamming vaststaat, overleden zijn, vermoedelijk afwezig zijn, geen gekende verblijfplaats hebben of in de onmogelijkheid verkeren om hun wil te kennen te geven of wilsonbekwaam zijn, dan wordt de toestemming door de voogd gegeven (art. 348-5 oud BW).
In geval van adoptie door de voogd, wordt de toestemming door de toeziende voogd gegeven (art. 348-5 oud BW).
Wat als de juridische ouder geen toestemming wil geven?
Als de persoon die in de adoptie moet toestemmen weigert dit te doen, kan de familierechtbank de adoptie toch uitspreken wanneer zij van oordeel is dat de toestemming op onverantwoorde wijze is geweigerd, rekening houdend met het belang van het kind.
Wanneer het echter de juridische ouder is die weigert, dan kan de familierechtbank deze weigering enkel naast zich neerleggen en de adoptie toch uitspreken wanneer uit een grondig maatschappelijk onderzoek blijkt dat die persoon zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht.
TENZIJ het gaat om een nieuwe adoptie of een zogenaamde 'stiefouderadoptie'. In dat geval kan de familierechtbank de adoptie toch uitspreken zonder dat er een grondig maatschappelijk onderzoek heeft plaatsgevonden waaruit gebleken is dat de persoon zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht (art. 348-11 oud BW).
Conclusie
Concluderend kan er dus gesteld worden dat de toestemming van de juridische ouder(s) vereist is, maar dat er hierop uitzonderingen zijn waarover de familierechtbank beslist bij het behandelen van het verzoekschrift.
In de voorbereidingscursus voor kandidaat-adoptanten die een gekend kind willen adopteren, komt het aspect 'toestemming in adoptie' uitgebreid aan bod.