Tine heeft 2 dochters, Laura van 8 jaar en Charlotte van 11 jaar. Beide dochters werden binnenlands geadopteerd. Toen de kinderen nog klein waren, zijn Tine en de adoptiepapa van Laura en Charlotte gescheiden. Hoe kijkt Tine naar ouderschap en opvoeden?
1. Hoe zou jij jouw gezin beschrijven in enkele woorden?
Gezellig, liefdevol en hecht.
2. Hoe was het voor jou om mama te worden?
De eerste keer mama worden had een enorme emotionele impact. Ik zat op mijn werk toen de adoptiedienst ons belde. Toen ik thuis aankwam, was mijn ex-man net thuis. Wij zijn in elkaars armen gesprongen van blijdschap. Bij ons ging het om een binnenlandse adoptie, dus wij kregen maar een dag of twee op voorhand te horen dat we een dochter kregen. Wij wisten natuurlijk dat er een kind kwam, maar eens het zover was, was het toch een shock.
Onze dochter verbleef de eerste drie maanden van haar leven in een pleeggezin. Pas toen de mama officieel voor afstand tekende bij de notaris, kwam ze bij ons. Wij waren niet voor een directe plaatsing uit angst dat de mama zich zou bedenken, maar eigenlijk kon ze zich nog bedenken totdat de adoptie rond was. Dat vond ik een moeilijk periode. Ik weet nog dat ik Charlotte die eerste avond in mijn armen had en overspoeld werd door emoties. Wat een geschenk, dacht ik. Anderzijds was ik bang dat ze haar terug zouden meenemen.
3. Wat deed het ouderschap met jou als persoon?
Ik besefte hoe fragiel ik plots was geworden. Als er met ons iets gebeurt, wat gebeurt er dan met de kinderen? Ineens was ik belangrijk voor iemand anders, hét belangrijkste eigenlijk.
4. Plots ben je mama en word je ‘overspoeld’ door het ouderschap. Van wie en op welke manier kreeg je steun?
Alle hulp was er. Van onze families, vrienden, iedereen rondom mij. Ze wisten dat wij gingen adopteren en waren daar superblij mee. Ze stuurden berichtjes, kwamen langs en gaven kleertjes of andere dingen die ze nog hadden liggen. Als ik een probleem had, kon ik altijd iemand bellen met de vraag: hoe deed jij dat? Evengoed werd er gezegd: “Breng ze maar eens naar hier, dan kan jij slapen.” Ik herinner mij nog dat mijn ex-man Charlotte op een middag meenam en dat ik niet goed begreep waarom. Ik heb mij dan op de zetel gelegd en heb heel de middag geslapen. Dat was dus de reden. (lacht)
5. Heb jij in die periode professionele ondersteuning gevonden of net gemist?
Ik had dat niet echt nodig, denk ik. Er was Kind & Gezin en als er iets was met Charlotte, dan ging ik naar de huisarts.
Ik heb wel een aantal issues gehad, omdat Charlotte nog de officiële naam van haar mama droeg totdat de adoptie rond was. Charlotte had eens hoge koorts waardoor ik heel bezorgd was, maar de kinderarts bleef maar doorgaan over haar naam. Die zei: “Je weet toch dat die mama nog altijd van gedacht kan veranderen?” Dat was altijd al mijn angst en dan confronteerde die arts me daarmee op een moment dat mijn dochter heel ziek was. Ik kwam er huilend buiten. Zo zijn er nog momenten geweest dat het steeds maar over haar naam ging, terwijl ik dacht: dat is omwille van de adoptie en verder zijn dat uw zaken niet.
Wat ik mij ook herinner, is dat we Charlotte moesten inschrijven op ons adres. Vanaf dan hadden we recht op adoptieverlof, maar we waren afhankelijk van de wijkagent voor de vaststelling. Uiteindelijk verloren we daardoor twee weken. Bij de adoptie van Laura was dat veranderd. Dan was de dag van de aangifte ook de dag van de inschrijving. Toen dacht ik: aha, misschien heb ik daaraan meegeholpen! Na de adoptie van Charlotte had ik namelijk verschillende ministers aangeschreven over dat bureaucratische regeltje. (lacht)
6. Op een bepaald moment gingen jij en de papa uit elkaar. Hoe was het ouderschap toen voor jou?
Ik was bang. Ik wist niet hoe ik het alleen ging redden. Ik heb heel lang veel verdriet gehad omwille van de scheiding. De kinderen zagen dat, maar ze waren nog heel jong. Nu zijn ze groter en is het anders, maar toen voelde ik mij heel alleen.
Je bent wel een adoptiegezin, maar uiteindelijk ben je ook maar een gewoon gezin en zulke dingen gebeuren. Ik vond dat wel extra moeilijk. De scheiding voelde als een falen voor mezelf, maar ook ten opzichte van de mama’s van mijn kinderen. Ik had beloofd om hun kinderen een mooi gezin te geven ... Dat probeer ik nog steeds, maar dan op mijn manier. De kinderen zijn grotendeels bij mij. Om de twee weken gaan ze een weekend naar hun papa en in de vakanties zijn ze voor de helft bij hem.
7. Wat betekent moeder zijn voor jou?
Moeder zijn betekent voor mij ervoor zorgen dat mijn kinderen gelukkig en gezond zijn. Ik vind het belangrijk dat ze zelfstandig zijn en wil hen alle facetten van het leven tonen om goed in het leven te staan.
Dat gebeurt met vallen en opstaan. Ik vind opvoeden niet gemakkelijk. Soms zijn er momenten dat ik er zelf geen zin in heb. (lacht) Dan laat ik alles toe en moet ik het erna weer rechttrekken. Zeker nu ze wat groter zijn, wordt het moeilijker. Ze hebben hun eigen mening en bij elke beslissing moet ik nu dus uitleggen waarom ik er zus of zo over denk. Anderzijds vind ik dat eigenlijk ook wel leuk.
8. Welke ouder wil jij graag zijn voor jouw kinderen?
Ik wil mijn kinderen leren hoe ze met zaken moeten omgaan. Daarin wil ik een voorbeeld zijn voor hen. Ik ben altijd heel eerlijk en open tegen mijn kinderen, ook over mijn eigen verdriet. Dat is gewoon het gemakkelijkst.
De afgelopen jaren waren ontzettend heftig. Er was eerst de scheiding die heel moeilijk was. Later is de dochter van mijn tweede partner na een lang traject gestorven aan kanker en anderhalf jaar geleden werd ook zijn zoon erg ziek. Gelukkig gaat het nu beter met hem.
Mijn kinderen zijn zussen voor hen. Ze hebben het hele traject van dichtbij gevolgd. Ik sta ervan versteld hoe ze daarmee omgingen. Ze zijn zo lief en begripvol. Voor mij is dat een bevestiging dat ik dat ik goed bezig ben en zo verder kan doen.
9. Wat zijn kwaliteiten van jouw dochters die jou helpen om de ouder te zijn die je wil zijn?
Mijn kinderen zijn twee uitersten. Charlotte is heel lief en braaf, een echte allemansvriend. Laura is intelligent en eerlijk. Ze kan geboeid luisteren, maar ook heel goed vertellen wat ze wil. Op school moest ze eens tekenen wat ze graag wil worden. Laura wil artiest worden, dus ze tekende zichzelf met een aantal achtergrondzangeresjes. De juf vroeg: “Denk je echt dat je dat gaat kunnen?” En Laura zei: “Ja ja, en ik zal ervoor zorgen dat je naar mijn optreden mag komen.” (lacht)
Laura is ook de gevoeligste volgens mij. Sociaal-emotioneel heeft ze het daardoor soms lastiger. Onlangs moest ik op gesprek komen op school, omdat Laura nogal veel ruziede met vriendinnen over banaliteiten. Het gemakkelijke aan Laura is dat je daar met haar gewoon over kan praten. Ze zei: “Ja, dat is omdat ik mij moei tussen die twee vriendinnen en dan wordt het ruzie en dan heb ik het weer gedaan hé.” Ik zei: “Awel, dan ga je je niet meer moeien.” En dan stopt ze daar ook mee. Dan wordt dat opgeklaard en is het voorbij.
10. Welke rol speelt adoptie in jullie leven?
Charlotte is de oudste. Zij is daarin niet geïnteresseerd. Ze weet het, maar stelt er geen vragen bij. Laura is daarin anders. Zij vraagt dingen zoals “Wat zou je ervan vinden als ik daar eens ga logeren? Zou je dan verdrietig zijn?” Ik antwoord dan dat het voor mij prima is als haar biologische moeder dat oké vindt.
Laura had er al eens een gesprekje over met iemand van de adoptiedienst. Ze weet dat er vanaf haar 12e meer mogelijk is. Nu is ze nog maar 8 jaar. Ze beseft nog niet dat haar moeder er misschien niet op zit te wachten tot zij komt logeren. Ik denk dat een ontmoeting niet uitgesloten is, omdat haar moeder af en toe om foto’s vraagt. Toch bereid ik Laura er best op voor dat het waarschijnlijk niet zo simpel is zoals zij het zich nu voorstelt.
Wat wel moeilijk is voor Laura, is dat er nog een ander kindje is. Ze vraagt zich terecht af: waarom mocht die blijven en ik niet? Ik heb daar geen antwoord op.
11. Ouders zijn er in alle soorten en maten, maar als jouw situatie anders is dan wat je vaak rondom je ziet, dan kan dat vragen oproepen. Ervaar je in je ouderschap dat je zogezegd ‘anders’ bent dan andere ouders?
Ik ervaar mijn ouderschap niet als anders. Adoptieouderschap geeft een andere dimensie aan het ouderschap, maar niet op vlak van de liefde die ik voel voor mijn kinderen. Voor mij zijn dat mijn kinderen. Ik ben daar wel open in, maar maak daar geen ding van. Als ze tegen mij zeggen: “Amai, je dochter lijkt op jou”, dan zeg ik: “Dat kan niet hoor.” (lacht)
12. Welke waarden wil jij doorgeven aan je dochters?
Respect voor anderen, empathie en beleefdheid. Dat vind ik belangrijk. Dat is voor mij veel belangrijker dan goed presteren op school of iets goed kunnen. Ik wil ook dat ze zichzelf uitdagen, dat ze begrijpen dat je voor sommige dingen moet werken en dat er regels zijn.
13. Je bent opgevoed door jouw ouders. Wat wil je hetzelfde of anders doen?
Het belang van discipline - in die zin dat je moet werken om ergens te geraken - heb ik van mijn ouders geleerd. Ik had een lieve moeder. Mijn vader was streng. Hij kon heel kwaad worden om dingen die ik onterecht vond, vooral schoolgerelateerd. Zo ben ik niet. Ik word niet zo snel boos en ben minder streng. Ik kan niet zo goed voet bij stuk houden. (lacht)
Als mijn kinderen moeten studeren voor een bepaald vak en ze vinden het goed, dan is het goed. Ik ga niet pushen. Als de resultaten er dan niet zijn, zeg ik: “Tja, dat is hoe je ervoor gewerkt hebt.” Maar als ik weet dat ze er keihard voor gewerkt hebben en de toets is niet goed, dan is dat ça va hé. Mijn vader zou daar op blijven vitten hebben, terwijl ik zeg: “Volgende keer beter.”
Mijn moeder probeerde mij - en nu nog altijd hoor - in een richting te duwen. Ik zeg haar altijd: “Laat me mijn weg gaan. Ik zal het wel ondervinden als er een drempel is.” Ik probeer mijn kinderen die vrijheid te geven.
14. Heb je soms nood aan meer hulp of advies bij het opvoeden van de kinderen?
Niet echt. Mijn kinderen hebben een kinderpsycholoog, maar dat is voor hen. Ik vind het goed dat zij hun ding kunnen doen als de nood er is. Daarnaast vind ik een goede wisselwerking met de school belangrijk. Als de school iets aangeeft in verband met de kinderen, dan vraag ik hoe zij dat opvolgen of welke raad ze mij daarin kunnen geven. Omgekeerd, als er thuis heel moeilijke periodes zijn, vind ik het belangrijk dat de school daarop begripvol reageert.
15. Op social media zie je vaak enkel de leuke momenten. Dat kan voor druk zorgen bij ouders. Hoe kijk jij daar naar?
Ondertussen ben ik terug actief op sociale media, omdat het een leuke manier is om in contact te blijven met vrienden en familie, maar ik heb mijn account ook een tijdje verwijderd. Niet omwille van de druk, maar omdat ik het inderdaad wat ‘fake’ vond. Er wordt een portretje gemaakt, terwijl het in realiteit niet zo is. Ik houd het liever ‘echt’. (lacht)
Dit interview vond plaats in het kader van het belevingsonderzoek van EXPOO rond ‘ouderschap in een diverse samenleving’. Steunpunt Adoptie werkte hieraan mee door verschillende adoptieouders te interviewen.
*Om privacyredenen werden de namen van de kinderen in dit interview gewijzigd.
Interview: Kristina Van Remoortel, educatief & nazorgmedewerker
Tekst: Kristien Wouters, educatief medewerker
Gepost in: Interview