Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

05 aug
Verhaal

Op 15 november 2017 stierf Jeroen, echtgenoot van David en papa van Brecht. David en Jeroen waren op dat moment dertien jaar getrouwd en vier jaar vake en papa van hun adoptiezoon Brecht. David en Jeroen hadden de afspraak om hun verhaal te vertellen telkens de vraag gesteld zou worden. Zo getuigden ze in 2016 over de adoptie van een kind met special needs voor de online leermodule van de Kind & Gezin academie. Als eerbetoon aan Jeroen en om zich aan hun afspraak te houden, deelt David ook hier het verhaal van hun gezin.

Jeroen en ik gingen Brecht halen op een ijskoude vrijdagochtend in januari. Overal lag ijzel. We moesten heel voorzichtig rijden, maar wilden niets liever doen dan plankgas geven. Brecht is onze zoon. Hij was prematuur en werd geboren met een hartafwijking. Als peuter onderging hij een openhartoperatie. Op de avond van zijn vijfde verjaardag stierf Jeroen, zijn papa, mijn echtgenoot en onze rots in de branding.

Toen Jeroen en ik elkaar leerden kennen, zagen wij ons op termijn wel met een kind. Alleen kwam dan de vraag: tijdelijk of langdurig? Jeroen wou tijdelijke opvang aan kinderen bieden of zorggezin worden, terwijl ik dacht: doe me dat niet aan, want als ik zo’n kind na enkele maanden terug moet loslaten, dan mag je me van de grond schrapen. (lacht) Uiteindelijk kozen we voor adoptie. We hebben daarin een weg afgelegd: zien we onszelf met een kind en zo ja, op welke manier? Voor mij voelde dat als de correcte manier om erover na te denken.

In 2008 startten we met de adoptieprocedure. In het buitenland kwamen wij als homokoppel niet in aanmerking, dus we kozen voor Adoptiehuis in Antwerpen. Zij gaven ons een goed gevoel, niet door te zeggen dat het allemaal in orde zou komen, maar door eerlijk en direct te communiceren over het proces. De verplichte voorbereidingscursus blijft voor mij dubbel, maar we leerden er wel twee andere koppels kennen met wie we afspraken om in contact te blijven. Als het ons zou lukken om te adopteren, zouden onze kinderen zich niet alleen moeten voelen in hun wereld en zouden ze bij elkaar terecht kunnen.

Op het moment dat ik hoorde dat we geschikt waren om te adopteren, was ik op een congres in Barcelona. Ik stond op een podium te presenteren toen mijn telefoon rinkelde. Jeroen zou me alleen bellen als er iets was, dus ik zei tegen het publiek: “Sorry, maar ik moet echt even opnemen.” En dan nam ik op en zei Jeroen: “We zijn approved om te adopteren!” Ik was dolblij. De collega’s die daar waren, lieten alles vallen en deelden in de vreugde. Zelfs onze CEO kwam me proficiat wensen. Op het vliegveld gaven de collega’s me een wit, pluchen teddybeerke cadeau. Die beer ligt nog altijd op de kamer van Brecht.

De twee bevriende koppels van de adoptiecursus stonden voor ons op de wachtlijst, wij waren nummer drie. Af en toe belden we naar Adoptiehuis met de vraag hoe ver we stonden en dan zeiden ze: “Je staat nog niet op nummer een.” Plots stond ons bevriend koppel op nummer een en kregen ze telefoon dat er een kindje voor hen was. En de week nadien het andere koppel. Het ging snel, maar toen het onze beurt was, hoorden we niets. “Het kan nog even duren”, zeiden ze. Die laatste zes maanden was het alsof de tijd stilstond. Totdat we een telefoon kregen van de twee medewerkers bij Adoptiehuis die ons altijd begeleid hadden. “Jongens,” zeiden ze, “we weten niet hoe we het moeten zeggen, maar het ziet er naar uit dat …” Ze waren zo rond de pot aan het draaien dat we vroegen: “Ja, maar wat is het nu?” (lacht) En dan verzochten ze ons om zo snel mogelijk naar hun bureau te komen, want ze hadden een kindje voor ons. Wij zijn alletwee door onze knieën gezakt van blijdschap en ongeloof. Enkele uren later hebben ze ons nog moeten terugbellen, want wij waren zo geëmotioneerd dat wij niets konden capteren van wat ze zeiden. (lacht)

Brecht heeft twee maanden in een pleeggezin gewoond voor hij naar ons kwam. Wij werden heel hartelijk ontvangen door hen, aten er taart en boterhammekes. Toen we achteraf een feestje hielden ter ere van de komst van Brecht, nodigden we zijn pleeggezin uit. Op die manier zagen zij waar Brecht terechtkwam, niet alleen bij ons, maar ook bij onze vrienden en familie. Samen rondden we dat stukje van zijn leven op een mooie manier af. Het was de eerste keer dat zij pleeggezin waren en ondanks het emotionele afscheid, sterkte die ervaring hen om opnieuw pleeggezin te worden.

Het was ijskoud op de dag dat we Brecht gingen halen. Toen we thuiskwamen, zette ik hem even in de maxi-cosi voor het raam in het zonlicht. Ondertussen belden we naar onze ouders om te zeggen dat we goed waren aangekomen. Daarna pakte ik Brecht vast en meteen kreeg ik telefoon van onze achterbuur: "David, kan jij je iets draaien?” Achter ons staat een huis met drie ramen dat uitkijkt op ons huis. De achterbuur en zijn twee dochters waren met een verrekijker in ons huis aan het turen en zwaaiden. Achteraf denk je: naar wat kijken ze nog met een verrekijker? (lacht) Maar eigenlijk was dat een heel leuk en grappig thuiskommoment. Daarna hebben we iedereen verwittigd: geef ons de tijd om die rust en band met Brecht te creëren. We wonen in een gezinswijk en het kwam meermaals voor dat de buren aan ons raam stonden: “We weten dat we hem niet mogen aanraken, maar mogen we hem eens zien?”

Eten en slapen was in het begin heel moeilijk voor Brecht. Door zijn hartafwijking kwam er niet genoeg zuurstof in zijn bloed, waardoor eten en drinken veel energie kostten. En als hij sliep, gaf zijn lichaam het signaal dat hij wakker moest worden, omdat hij zuurstof nodig had. We gingen met regelmaat naar het ziekenhuis. Toen Brecht drie en een half jaar was, was hij heel vaak wakker en moe. Plots werden we door het ziekenhuis waar we altijd met hem naartoe gingen, doorverwezen naar UZ Leuven. Een openhartoperatie bleek de enige oplossing.

In het operatiekwartier mocht maar een ouder binnen. Jeroen zei: "Ga jij maar. Brecht is op zijn gemak bij jou en ik ga dat niet aankunnen." Het was hard voor hem om ons alleen naar binnen te zien gaan. Negen uur later was de operatie gedaan en mochten we Brecht zien. Het plan was om hem na de operatie drie dagen in coma te houden. Vlak voordat we zijn kamer binnengingen, zei de hoofdverpleegkundige van de intensieve zorgen: “Brecht is wakker, we konden hem niet tegenhouden. We weten niet hoe het komt, maar heel zijn lichaam reageerde dat hij wakker wilde worden en vitaal was alles goed.” We kwamen binnen en Brecht stond direct op zijn bedje met Bumba in zijn armen. En gedurende een jaar liep alles goed.

Zoals veel koppels hadden Jeroen en ik ups and downs in onze relatie, maar wij overbrugden die putjes altijd met wimpelende vlaggen. Vaak ging dat over stommiteiten. De ochtend van het ongeval had Jeroen een nog wat koppig berichtje gestuurd: “En als Brecht van school is, heb je nog zin om samen iets te doen?”, waarop ik schreef: “Tuurlijk gaan we iets doen!” Ik was op mijn werk toen ze belden om te zeggen dat Jeroen en Brecht een ongeval hadden gehad. Ik ben hals over kop naar hen gereden. Brecht was in de handen van een vriendin die in de buurt woonde. Jeroen lag op de grond en was verdwaasd. Hij reageerde niet op vragen, maar zei dat hij het koud had en zijn benen niet voelde. De ambulance kwam toe en Brecht riep om mij. Ik zei: “Vake is nu even met papa bezig, maar ik kom zeker bij jou.” Ik ben hem dan een knuffel gaan geven en ging erna terug naar Jeroen. Jeroen herhaalde dat hij zijn benen niet kon voelen, dus ik vroeg aan de ambulancier om zijn doorbloeding te controleren. Hij deed dat en belde direct de MUG. Zij besloten om Jeroen volledig te verdoven, zodat ze de situatie van hem konden overnemen. In allerijl is Jeroen naar het ziekenhuis gebracht met Brecht en ik in de ambulance. Ze hebben Jeroen dan vrijwel direct geopereerd.

’s Middags mocht ik Jeroen zien. De situatie was heel kritiek. ’s Avonds was zijn toestand nog steeds kritiek, maar stabiel. De volgende ochtend idem. Dat gaf ons goede moed. 's Middags zeiden ze dat het iets slechter ging, maar dat het wel in orde zou komen. Omdat Brecht die dag vijf jaar werd, belde ik zijn twee peters en mijn ouders om toch maar een kaarsje te komen aansteken voor Brecht. Dan deden we tenminste iets. De beste vriend van Jeroen, een van de peters van Brecht, bleef nadien. Mocht het ziekenhuis dan ’s avonds nog bellen, konden we gaan. En om 10u 's avonds belden ze effectief, want Jeroens lever was het aan het begeven. Ik was juist buiten en moet de hele buurt bij elkaar gebruld hebben. Het ongeloof was zo groot. De beste vriend van Jeroen en ik gingen onmiddellijk naar het ziekenhuis, terwijl de overburen over Brecht waakten. Omdat Jeroen na de operatie moeilijk te herkennen was, nam ik Brecht niet mee. Achteraf had ik daar af en toe spijt van, maar ik wou het beeld dat Brecht van zijn papa had intact houden. Hoewel ik het nooit meer wil meemaken, was het mooi dat de hele dag- en nachtploeg afscheid kwam nemen van Jeroen. Zij zijn naast elkaar in een rij komen staan en brachten hem een laatste groet. Sommigen kenden ons al van de ziekenhuisperiode met Brecht.

In het begin denk je aan alle scenario's: is er een fout begaan, liep er in de operatie iets mis? Jeroen bleek een slagaderscheur gehad te hebben. Ze hebben alles gedaan wat ze konden. Brecht zat in de auto toen het gebeurde en kon erover vertellen. Jeroen zou plots niets meer gezien hebben en nog gezegd hebben dat Brecht zich moest vasthouden. Ze zijn aan vrij hoge snelheid tegen een boom op een rond punt beland, maar Brecht hield er enkel een schram aan over. In het begin zei Brecht soms: “Het is de fout van papa”, maar Brecht was zo jong. Hij snapte niet wat er gebeurd was noch waar papa was. We probeerden uit te leggen dat papa gestorven was en dat we hem daardoor niet meer zouden zien.

Jeroen stierf op een moment dat alles voor ons als jong gezin begon. Het was heel ongepland en onverwacht, van de ene dag op de andere. Ik had nog heel veel heel graag besproken met Jeroen. Hij had altijd een duidelijke visie, maar we hebben niets meer kunnen afstemmen. Hoe zie jij het? Doe ik het goed? Zijn de keuzes die ik maak ook jouw keuzes? Dat zijn de hamvragen. Ook naar het verleden toe: hebben wij het goed gedaan? Ik zal daarop nooit een antwoord krijgen en dat wringt. Jeroen was mijn ridder op het witte paard. Als de nood het hoogst was, stond hij er. Hij kon niet tegen onrechtvaardigheid. De leeftijd die Brecht nu heeft, zou hem zo goed gelegen hebben als papa.

In de periode erna wil iedereen je helpen, maar ik was heel erg bezig met overeind blijven. Voor Brecht, maar ook voor mezelf. Ik kreeg slachtofferhulp, maar voelde me compleet onbegrepen. De omslag om er terug voor te gaan, kwam uiteindelijk van Brecht. Op een gegeven moment pakte hij mij zo hard vast en zei hij: “Vake, geen angst, ik ben er ook nog om te helpen hé.” Dat heeft mij diepgeraakt. Hij was vijf. Hij moest helemaal niet helpen, maar kon zo goed lezen wat er op dat moment emotioneel speelde. Nu doet hij dat nog af en toe. Dan heb je hem vast, kijkt hij en vraagt hij: “Gaat het vake?”

Het is iets meer dan drie jaar geleden dat Jeroen gestorven is. Omdat het te moeilijk is om Jeroen te herdenken op de dag dat Brecht verjaart, herdenken we Jeroen op diens verjaardag. Dat spraken we af met de familie. Ieder jaar doen we iets symbolisch. Het eerste jaar hebben we wensballonnen opgelaten. Het jaar erna staken we kaarsen aan rond de boom die we speciaal voor hem geplant hebben aan ons huis. Vorig jaar maakten we een liedje en versierden we het graf met hartjes en handjes. Ik denk aan Jeroen op belangrijke dagen, zoals onze huwelijksverjaardag, of op momenten dat ik het meest gelukkig ben, maar soms ook op onverwachte momenten. Dan vliegt er een vogeltje voorbij en denk ik plots aan Jeroen. Brecht is vrij in hoe hij zijn papa wil gedenken. Als hij zijn graf wil bezoeken, dan doen we dat, maar ik zal hem daartoe niet verplichten. Hij mag daarin zelf beslissen. Onlangs vroeg Brecht of ik de foto van Jeroen op zijn kamer wilde weghalen. Hij zei dat hij erdoor moeilijk kon slapen, omdat hij dan te veel aan papa dacht. Dat was oké voor mij, maar ik vond het belangrijk dat Brecht de foto zelf van de muur haalde en er een plekje voor zocht. Zo neem ik het niet weg van hem en kan hij terug naar de foto grijpen als hij dat wil.

Onverwacht is Jan in ons leven gekomen. Brecht gaat elke woensdag naar mijn schoonouders, de ouders van Jeroen. Toen ik hen vertelde dat ik Jan had leren kennen, vreesde ik dat het onwennig zou zijn. Zij waren echter zo enthousiast. Ze zeiden: “Wij zijn zo content voor jou en Brecht, want wij hadden schrik dat jij alleen kwam te staan.” En Jan doet dat fantastisch. Het is fijn om hem samen met Brecht te zien. Ze komen heel goed overeen. De laatste tijd zegt Brecht soms ‘vake’ tegen Jan. Aan de ene kant vind ik dat mooi, want Brecht is heel selectief in wie hij toelaat en dat is een teken dat hij Jan ziet als een zorgfiguur. Aan de andere kant ben ik blij dat hij niet ‘papa’ gebruikt, want er is maar een papa. Ik heb altijd gezegd dat Brecht zelf moet beslissen hoe hij Jan wil noemen. “Oké vake,” zegt hij dan, “maar ‘papa’ zal het niet worden hoor, want er is maar een papa en mijn papa is in de hemel.” Jan zegt dat ik meer mag babbelen over Jeroen en de laatste tijd doe ik dat ook. Zij hebben elkaar niet gekend. Dat houdt me soms tegen om over Jeroen te praten, maar natuurlijk leert Jan hem ook kennen doordat ik over hem praat. Daarnaast is het voor mij een signaal dat ik me niet moet inhouden, dat ik er mag en kan over praten. Dat vind ik sterk van Jan.

Onlangs gingen we wandelen met een vriendin. De kinderen waren erbij en haar zoon vroeg aan Brecht of hij een mama heeft. "Ja”, zei Brecht, “ik heb een mama, maar ze kon niet voor mij zorgen en vake en papa hebben mij dan geadopteerd." "Mis je dan je mama niet?”, vroeg dat kameraadje. Brecht reageerde onbekommerd: "Neuh, ik heb vake en Jan en dat is genoeg." Jeroen en ik waren altijd vragende partij om de mama van Brecht te ontmoeten en ook Jan zou haar graag leren kennen, maar Brecht heeft er op dit moment geen behoefte aan. Zijn rugzakje is serieus zwaar geworden, maar hij is gelukkig. Ik ben gelukkig. Het is verbazingwekkend dat dat nog kan. De vraag of en waar dat rugzakje zal doorwegen, blijft bestaan, maar dat zien we nog wel. Samen maakten we al heel wat mee, moeilijke maar ook heel veel goede momenten.

*Om privacyredenen zijn de namen van de kinderen in dit interview gewijzigd.

Tekst: Kristien Wouters, educatief medewerker

Gepost in: Verhaal

02 dec
Vacature
Word jij onze nieuwe collega?! Wij zoeken een administratief medewerker en een medewerker co…
28 nov
Hulpverlener in de kijker
Groepspraktijk Kompas is een multidisciplinaire praktijk op onze adoptiekaart die zich al dertig…
15 nov
Boekbespreking
Lise, nazorgmedewerker bij Steunpunt Adoptie, las het boek 'Whatever Next?: On Adult Adoptee Ide…
15 okt
Actueel
Steunpunt Adoptie geeft de nazorg voor en met adoptiebetrokkenen graag een duwtje in de rug! …