Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Netwerk:

  • Als geadopteerden zelf moeder of vader worden
  • Mijn partner is geadopteerd
  • Samenvatting onderzoek: Welke culturele opvoeding geven transnationaal geadopteerden aan hun kinderen? (2020)
  • Samenvatting onderzoek: Romantische relaties bij geadopteerden (2021)

Bekijk alles

Samenvatting onderzoek: Welke culturele opvoeding geven transnationaal geadopteerden aan hun kinderen? (2020)

Wat zijn de culturele opvoedingspraktijken van transnationaal geadopteerden? Hoewel er al onderzoek gedaan is naar culturele socialisatie binnen adoptiegezinnen, is er nog weinig bekend over de manier waarop volwassen geadopteerden omgaan met de culturele socialisatie van hun  (vaak multi-etnische) kinderen. In een kwalitatieve studie (2020) onderzoeken Wu et al. van de Universiteit van Minnesota de culturele socialisatiepraktijken van Koreaans geadopteerde ouders met multi-etnische, Aziatisch-witte kinderen in de Verenigde Staten.

Begrip 'culturele socialisatie'

Culturele socialisatie omvat bewuste en onbewuste opvoedingspraktijken van ouders om hun kinderen voor te bereiden op het latere leven. Deze opvoedingspraktijken bestaan uit boodschappen en activiteiten van ouders die gebaseerd zijn op hun attitudes en overtuigingen over cultuur.

Gedurende de opvoeding geven ouders wat betreft cultuur veel aan hun kinderen mee. Het gaat dan over o.a. etnische socialisatie (bv. iemand leren over zijn etnisch erfgoed of hen fierheid bijbrengen over hun etnische achtergrond), socialisatie op basis van uiterlijke kenmerken zoals o.a. huidskleur (bv. kinderen leren omgaan met discriminatie op basis van huidskleur of hen racismewijsheid bijbrengen), gelijkheid (bv. gelijkwaardigheid tussen mensen aanmoedigen), diversiteit (bv. kinderen aanzetten om andere etniciteiten te leren kennen) en assimilatie aan de meerderheidscultuur.

Culturele socialisatie in multi-etnische gezinnen

Deze studie verkent de culturele opvoeding van Koreaans geadopteerde ouders in de VS met multi-etnische kinderen tijdens de ontwikkeling van hun kind.

Al vanaf jonge leeftijd leren kinderen met een etnisch diverse achtergrond dat er verschillen zijn binnen de familie, begrijpen ze dat ze een gemengde etnische afkomst hebben en krijgen ze hierover vragen van anderen. De onderzoekers stellen dat het dan ook belangrijk is om te begrijpen hoe de ouders van deze kinderen tijdens hun ontwikkeling culturele socialisatie aanpakken om hen te helpen omgaan met deze ervaringen.

In deze studie worden zowel de boodschappen en activiteiten van ouders als hun attitudes en overtuigingen onderzocht. Daarnaast wordt er gekeken naar individuele ouderlijke benaderingen met betrekking tot culturele opvoeding, maar ook naar hoe gemengde ouderparen dit samen aanpakken. Ouders van kinderen met een etnisch diverse achtergrond die zelf mogelijk een gedeeltelijk andere etnische achtergrond hebben, kunnen culturele socialisatie namelijk anders benaderen, omdat ze zelf verschillende ervaringen hebben gehad met discriminatie en in verschillende mate culturele socialisatie kregen in het gezin waarin ze opgroeiden.

In totaal namen er 31 Koreaans geadopteerden deel aan de studie. Zij groeiden op in een wit adoptiegezin en waren ondertussen ouder van minstens 1 kind met een gemengde etnische achtergrond (Aziatisch - wit) tussen 3 en 18 jaar oud. De deelnemers werden geïnterviewd over verschillende opvoedingsthema's, waaronder blootstelling aan de Koreaanse cultuur, ambities en verwachtingen en gesprekken over etniciteit en discriminatie. Voor elk van deze thema's werd er gepeild naar hun ervaringen in hun adoptiegezin en hun eigen aanpak in de opvoeding van hun kinderen.

Op basis van de interviews identificeerden de onderzoekers 4 thema's.

Thema 1: Uiterlijke kenmerken

Ten eerste erkennen de deelnemende ouders de etnisch diverse afkomst van hun kinderen door in de interviews geregeld te verwijzen naar de uiterlijke kenmerken van hun kinderen, zowel naar hoe zij die zelf zien als ouder als naar hoe buitenstaanders mogelijk naar hun kinderen kijken. Ze beschrijven het uiterlijk van hun kinderen als Aziatisch of Koreaans, wit, ambigu of een mix van beide. Vaak wordt er een vergelijking gemaakt met andere gezinsleden, bijvoorbeeld: "Een van onze kinderen ziet er witter uit dan de andere” en “Ik denk niet dat je zou weten dat ze half Aziatisch is, tenzij je weet dat ik haar moeder ben."

Deelnemende ouders spreken niet alleen over het uiterlijk van hun kinderen, maar ook over de gevoelens van hun kinderen t.a.v. hun uiterlijk. Zo zegt een mama: "Mijn dochter vindt het jammer dat ze niet Aziatisch is. Of niet gezien wordt als Aziatisch en dat het onduidelijk is. Mensen vragen haar: Ben je Italiaans of ben je …?"

Verder linken ouders het uiterlijk van hun kinderen met hun eigen overtuigingen, boodschappen en opvoedingspraktijken rond culturele socialisatie. Ouders van kinderen die er meer Aziatisch uitzien verwachten dat hun kinderen met racisme geconfronteerd zullen worden. Ze gaan daarom vanaf jonge leeftijd het gesprek aan met hun kinderen om hen hierop voor te bereiden en hen te leren hoe er mee om te gaan. Een vader vertelt: "In de taal van een 3-jarige vertellen we haar dat mensen haar anders gaan behandelen of dat het mogelijk is dat ze haar anders gaan behandelen op basis van haar uiterlijk. En dat dat niet eerlijk en niet lief is, maar dat het zo is."

Omgekeerd geven ouders waarvan de kinderen er eerder wit uitzien dan weer aan zich ervan bewust te zijn dat dit 'wit privilege' hun kinderen mogelijk kan beschermen tegen discriminerende ervaringen. Zo zegt een mama: "Eerlijk gezegd was ik heel blij dat mijn dochter niet op mij leek, want ik wou niet dat zij dezelfde dingen moest meemaken die ik heb meegemaakt, maar nu zie ik dat mijn zoon ze wel meemaakt." Hierdoor ligt de nadruk in gesprekken soms meer op de mogelijke discriminatie die anderen kunnen ervaren in plaats van de kinderen zelf. Een mama vertelt: "Ze ziet er zelf erg wit uit, maar ze merkt dingen op, bijvoorbeeld wanneer iemand traag tegen mij spreekt, omdat ze denken dat ik geen Engels kan. Dan vraagt ze: 'Waarom spreken ze zo tegen jou? Waarom kijkt die zo naar jou? Waarom zegt ze dat?' en dan moet ik dat uitleggen."

Daarentegen zijn er ouders die de rol van etniciteit in de identiteit van hun kinderen terzijde schuiven, omdat hun kinderen er niet Aziatisch uitzien. "Wanneer ik naast haar sta, denken mensen waarschijnlijk dat ze Koreaans is, maar als ze met haar vader is, is dat veel minder duidelijk. Daarom is het niet zo belangrijk dat die focus op etniciteit er is, maar wel dat het gaat om een goed persoon worden en later worden wie je graag zelf wil zijn", zegt een moeder.

Tenslotte passen ouders binnen hetzelfde gezin andere raciale socialisatiepraktijken toe afhankelijk van het uiterlijk van de kinderen. Zo geeft een deelnemende ouder aan meer te praten over huidskleur en discriminatie met haar dochter die er eerder Aziatisch uitziet, dan haar zoon met blond haar die er niet Aziatisch uitziet.

Thema 2: Meervoudige identiteit

De meeste deelnemende ouders erkennen de multi-etnische identiteit van hun kinderen door hen te beschrijven als half Koreaans, half Aziatisch, deels wit, niet honderd procent Aziatisch, multi-etnisch of gemengd.

Daarnaast geven sommige ouders aan hun kinderen te helpen om zichzelf te definiëren. Ze steunen ideeën en zetten opvoedingspraktijken in waarmee ze aangeven dat ze het belangrijk vinden dat hun kind een duidelijk identiteitsgevoel ontwikkelt en zijn/haar diverse afkomst erkent. Zo communiceren ze hierover al vanaf jonge leeftijd met hun kind, bijvoorbeeld: “Vanaf het begin waren we heel duidelijk over hun identiteit. Ik zei tegen de meisjes: “Je bent Koreaans, half Koreaans, want ik ben Koreaans. Je vader is Italiaans, Iers en een klein beetje Duits. Dus zodra ze 3 jaar was, zei ze dat ook tegen mensen. Ze vroegen dan wat zij was en dan zei ze: ‘Ik ben Koreaans, Italiaans, Iers en een beetje Duits.’ Ze kon dat zo zeggen.” Tegelijkertijd halen een aantal deelnemende ouders aan dat hun kind zich al vanaf de peuterleeftijd kon identificeren als behorend tot een bepaalde etniciteit, maar mogelijk niet begreep wat dit juist betekende.

Daarnaast zijn er ouders die er bewust voor kiezen om geen labels op vlak van etniciteit mee te geven aan hun kinderen, bijvoorbeeld omdat ze hun kinderen daarin zelf de vrijheid willen geven, omwille van ambivalente of negatieve gevoelens rond bepaalde labels of omdat ze geen nadruk willen leggen op de rol van huidskleur en etniciteit in de identiteit van hun kind. Zo getuigt een moeder dat ze liever niet wil dat haar zoon opgroeit met allerlei labels, omdat ze dit schadelijk vindt.

Verder geven ouders erkenning aan de meervoudige identiteit van hun kinderen door hen op verschillende leeftijden te leren over hun etnische afkomst. Ouders met kinderen vanaf de lagere schoolleeftijd geven aan hun kinderen te leren over de Koreaanse cultuur, hen kennis te laten maken met de taal en het eten, Koreaanse feestdagen te vieren en samen naar Korea te reizen. Dit is gelijkaardig aan wat niet-geadopteerde Koreaans-Amerikaanse ouders doen waarvan de ouders emigreerden naar de VS. Ook op peuterleeftijd zijn deelnemende ouders al bezig met etnische socialisatie, bijvoorbeeld door hun kind te leren over Koreaanse gebruiken. Verder zijn er ouders die hun kinderen niet alleen iets bijleren over hun Koreaanse afkomst, maar ook over hun andere achtergrond afkomstig van de andere ouder (bv. Zweeds of Duits).

In tegenstelling tot raciale socialisatie lijkt er binnen hetzelfde gezin geen verschil te zijn tussen kinderen op vlak van etnische socialisatie.

Tot slot stellen de onderzoekers vast dat ouders de multi-etnische identiteit van hun kinderen erkennen, maar tegelijkertijd boodschappen geven of dingen doen die focussen op de mono-etnische Koreaanse of Aziatisch-Amerikaanse identiteit, bv. hun kinderen trots bijbrengen over hun Koreaanse afkomst wanneer ze gepest worden of zoeken naar Aziatisch-Amerikaanse rolmodellen in plaats van rolmodellen met een multi-etnische achtergrond. Dit is gelijkaardig aan het eerder vernoemde thema rond uiterlijke kenmerken: ouders erkennen de multi-etnische afkomst van hun kinderen, maar behandelen hen op dit vlak als wit of Aziatisch, eerder dan als van gemengde afkomst.

Thema 3: Omgeving en sociale context

Het derde thema waaraan ouders aandacht schenken, is de diversiteit op school en in de ruimere omgeving van het kind. Deelnemende ouders spreken over de uitdagingen van het opvoeden van hun kind in een overwegend witte omgeving en proberen meer diversiteit in de omgeving van hun kind te brengen.

Zo kiezen sommige ouders er bewust voor om hun kind naar een school te sturen met een diverse leerlingenpopulatie of houden ze rekening met de diversiteit in de buurt bij de keuze van hun woonplaats. Sommige ouders merken op dat, naast het feit dat er over het algemeen meer diversiteit is, de kans zo ook groter is dat hun kinderen in contact komen met multi-etnische leeftijdsgenoten, wat een invloed kan hebben op hun begrip van multiculturaliteit en de manier waarop ze zichzelf definiëren. Een mama vertelt: “Er zijn veel gemengde kinderen met wie ze ook echt bevriend zijn, dus ze begrijpen dat concept. Maar ik denk dat al hun gemengde vriendjes in de klas deels wit zijn, dus al hun vrienden identificeren zich ook vooral als wit.

Daarnaast spreken ouders over andere manieren om meer diversiteit op school te brengen, bijvoorbeeld door zelf als vrijwilliger op school te helpen, zodat kinderen minderheden/minderheidsgroepen op hun school gerepresenteerd zien.

Ook de diversiteit in de ruimere omgeving heeft een invloed op de culturele opvoeding die ouders geven aan hun kinderen. Een moeder die minder bezig is met socialisatie op basis van uiterlijke kenmerken bij haar kinderen zegt hierover: “Mijn kinderen hebben me nooit gevraagd of ik al gediscrimineerd werd, omdat er hier zoveel diversiteit is. Je ziet hier veel Aziatische mensen. Wij hebben veel Aziatische vrienden die met witte mannen getrouwd zijn.” Wanneer de omgeving overwegend wit is, geven ouders aan hun kinderen wel voor te bereiden op racistische ervaringen. Verder geven sommige ouders aan beperkte toegang te hebben tot bronnen van etnische socialisatie zoals Koreaanse restaurants en taallessen, afhankelijk van waar ze wonen.

Thema 4: Een multi-etnisch gezin vormen

Het vierde thema is de multi-etnische identiteit op gezinsniveau. Sommige deelnemende ouders spreken over hoe het is om een multi-etnisch huwelijk te hebben en meer bepaald over de weg die hun witte partners afleggen in het leren over racisme en discriminatie.

Bij sommige koppels is het moeilijk om over afkomst en huidskleur te praten of zijn er hierover discussies, hoewel deelnemende ouders aangeven dat hun partners hierin wel groeien. Een deelnemer vertelt: “Soms komen we niet overeen in discussies over etnische profilering, huidskleur en wit privilege, want mijn man is het toonbeeld van witte gevoeligheid. Hij werkt er wel aan. Hij heeft gewoon iets meer tijd nodig dan de rest. Ik probeer dat te respecteren hoewel het ook zeer frustrerend is.”

Sommige ouders bereiden hun partner voor op de noodzaak om hun kinderen cultureel te socialiseren, vooral op vlak van uiterlijke kenmerken zoals huidskleur: “Hetgeen waar ik hem aan herinnerde, soms niet zo subtiel, is: ‘Vergeet niet dat je kinderen half-Aziatisch zijn en dat ze dus dingen gaan meemaken die jij nog nooit hebt meegemaakt. En dat is racisme. En jij moet ervoor zorgen dat je voor hen en andere mensen opkomt, dat is jouw verantwoordelijkheid. Als je met mij trouwt, neem je die verantwoordelijkheid ook op jou.’ En dat heeft hij gedaan!”

Deelnemende ouders praten met hun partner over de culturele socialisatie van hun kinderen. Veelal hechten beide partners hieraan evenveel belang, maar neemt de Koreaans geadopteerde partner hierin een meer actieve rol op. Een mama vertelt: “Hij staat er wel voor open om de kinderen te leren over de Koreaanse cultuur. Eigenlijk steunt hij mij in alles wat ik daarrond wil doen, omdat hij er zelf niets van afweet, begrijp je?” Vooral op vlak van socialisatie op basis van uiterlijke kenmerken is er een verschil tussen partners, bijvoorbeeld omdat de witte partner zich minder bewust is van racisme dan de andere.

Daarnaast zijn er ook deelnemers die de rol van huidskleur en etniciteit minder belangrijk vinden in de opvoeding van hun kinderen en wiens partner ook die mening heeft.

Tot slot geven ouders aan dat hun multi-etnische gezinssamenstelling het praten over huidskleur thuis vergemakkelijkt. Ze praten met hun kinderen over uiterlijke verschillen tussen gezinsleden (bv. haarkleur, huidskleur) en kaderen dit binnen het grotere geheel van etnische diversiteit. Sommige ouders geven ook aan zich bewust te zijn van hoe ze als gezin gepercipieerd worden door de buitenwereld. Zo vertellen sommige deelnemers over hoe ze nagestaard worden of vragen krijgen over waarom hun kind niet op hen of hun partner lijkt, bv. “Is je kind geadopteerd?”

Conclusie

Deelnemende ouders erkennen de multi-etnische identiteit van hun kinderen op verschillende manieren. Dit is duidelijk uit de wijze waarop zij praten over het uiterlijk van hun kinderen, hun meervoudige etnische identiteit, de omgeving waarin hun kind opgroeit en het vormen van een multi-etnisch gezin.

Opvallend is echter dat hoewel ouders hun kinderen leren over hun verschillende etnische afkomst en ze hen leren over hoe ze zichzelf kunnen definiëren, hun andere opvoedingspraktijken niet zozeer gericht zijn op de multi-etnische identiteit van hun kinderen, maar eerder op een mono-etnische identiteit (nl. wit of Aziatisch-Amerikaans).

Bron: Wu, C. S., Lee, S. Y., Zhou, X., Kim, J., Lee, H., & Lee, R. M. (2020). Hidden among the hidden: Transracially adopted Korean American adults raising multiracial children. Developmental Psychology, 56(8), 1431–1445. https://doi.org/10.1037/dev0000881 

Tekst: Kristien Wouters