Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte: Wat is het?

  • Geschreven door Kristina Vanremoortel op vrijdag 3 november 2023 in de categorie Special needs.

Elk kind in Vlaanderen heeft recht op een Groeipakket, het vroegere zogenaamde ‘kindergeld’. Het Groeipakket is een pakket op maat van elk kind in elk gezin. Voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte kan dit pakket een zorgtoeslag bevatten. In dit artikel geven wij meer uitleg over de zorgtoeslag, waar het zich situeert binnen het Groeipakket en hoe de aanvraagprocedure verloopt. M., mama van een geadopteerde dochter met special needs, getuigt hierover.

Het Groeipakket bestaat uit verschillende onderdelen: de gezinsbijslagen (zoals het start- en basisbedrag of de zorgtoeslag), de participatietoeslagen (zoals de schoolbonus en -toeslag) en toeslagen op maat (zoals de ondersteuningstoeslag). Het bedrag dat een gezin ontvangt van de uitbetaler Groeipakket is vooral afhankelijk van gezinsinkomen en -grootte.

Doel van de zorgtoeslag

In sommige gevallen hebben kinderen extra ondersteuning nodig omwille van een beperking, ziekte of handicap. Hun gezin ontvangt naast het basisbedrag een extra tegemoetkoming om aan die extra ondersteuningskosten, zoals therapie of thuisbegeleiding, tegemoet te komen. Deze tegemoetkoming heet de ‘zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte’. Vroeger was dit de ‘verhoogde kinderbijslag’. Het bedrag van de zorgtoeslag is afhankelijk van de mate waarin het kind meer ondersteuning nodig heeft dan leeftijdsgenoten.

Merk op dat de definitie van kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte hier niet per se overeenkomt met de vijf categorieën van specials needs die we kennen binnen adoptie. Of er sprake is van een specifieke ondersteuningsbehoefte die recht geeft op een zorgtoeslag wordt beslist door je uitbetaler Groeipakket die zich hiervoor baseert op de beoordeling van een arts, aangesteld door Opgroeien.

M. en haar man adopteerden een kind met special needs, al was dit geen bewuste keuze. “We wisten dat onze dochter ‘een rugzak’ had, maar achteraf ontdekten we dat haar verhaal toch wat verbloemd was”, vertelt M. “We hadden onze dochter al in onze armen toen ze 11 weken oud was, maar wat zij heeft meegemaakt toen zij nog in de buik zat, bleek ontzettend zwaar te zijn. De moeder van onze dochter heeft lange tijd niet geweten dat ze zwanger was en consumeerde in die periode héél veel alcohol.”

Al snel werd duidelijk dat het voor het gezin een moeilijk parcours zou worden. “In het begin viel het al bij al wel mee”, vertelt M., “maar na een tijdje staken veel medische en ook veel gedragsproblemen de kop op. We hielden een dagboek bij van die periode en ik kan daarin terugvinden dat ons eerste bezorgheden kwamen toen onze dochter 15 maanden oud was.”

M. en haar man zochten in eerste instantie medische hulp. “De kinderarts zei tegen ons dat onze dochter een zwaar medisch dossier had. De arts zei: ‘Natuurlijk slaapt zij niet, krijst zij veel en is zij niet te troosten, want ze is getraumatiseerd.’”

Bedrag hangt af van de ondersteuningsnood

Het bedrag van de zorgtoeslag varieert naargelang de ernst van de ondersteuningsnood. Die nood wordt aan de hand van een puntensysteem ingeschaald in de medisch-sociale schaal door een evaluerend arts erkend door Opgroeien.

Concreet wordt er gekeken naar drie pijlers:

  1. de lichamelijke en geestelijke gevolgen van de aandoening of beperking voor het kind zelf (op basis van de lijst van pediatrische aandoeningen en de Officiële Belgische schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit);
  2. de gevolgen van de aandoening of beperking voor het functioneren van het kind in het dagelijks leven en de participatie aan de maatschappij (bv. op vlak van mobiliteit, leervermogen, zelfverzorging);
  3. en de familiale belasting (bv. op vlak van noodzakelijke verplaatsingen, het aanpassen van de leefomgeving).

De eerste twee pijlers vertellen iets over de impact van de aandoening op het kind, terwijl de derde pijler meer stilstaat bij de impact op het gezin.

Het aantal ‘punten’ per pijler bepaalt of, hoeveel en voor welke periode je kind recht heeft op een zorgtoeslag. Meer punten betekent een hogere nood aan ondersteuning en dus een hoger bedrag. De punten op de pijler van de familiale belasting worden verdubbeld. Momenteel (zomer 2023) varieert het bedrag van de zorgtoeslag van € 87 tot € 582 per maand bovenop het basisbedrag van het Groeipakket. Zodra er minstens 4 punten zijn toegekend in de eerste pijler of 6 punten in totaal wordt er een zorgtoeslag uitgekeerd (€ 87). Meer dan 20 punten over de drie pijlers geeft recht op het maximumbedrag (€ 582).

Als je kind recht heeft op een zorgtoeslag, heb je mogelijk ook sociale en fiscale rechten bij andere diensten. Sommige worden automatisch toegekend, andere moet je aanvragen. Een overzicht van bijkomende voordelen vind je hier.

M. en haar man startten psychologische begeleiding op voor hun dochter. “De psycholoog ging creatief aan de slag met A. en haar adoptieverhaal. Ze moest veel tekenen, later ook schrijven”, vertelt M. “Eigenlijk waren alle vragen die ze had waarom, waarom, waarom … Heel fundamentele, maar zeer logische vragen. Wij dachten, net als haar psycholoog, dat wanneer onze dochter haar plekje in het gezin zou vinden, alles wel wat op zijn plooi zou vallen. Dit was aanvankelijk ook het geval, maar de storm is eigenlijk nooit volledig gaan liggen.”

Voorwaarden voor de aanvraag

Er zijn enkele voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om de zorgtoeslag aan te vragen:

  • Een behandeld arts of specialist moet een aandoening of (vermoeden van) handicap vaststellen voor de leeftijd van 21 jaar.
  • Het kind moet recht hebben op het Groeipakket. In principe heeft elk kind dat in Vlaanderen gedomicilieerd is hier recht op, maar meer informatie over de voorwaarden van het Groeipakket vind je hier.
  • Er moet al ondersteuning opgestart zijn voor de aandoening waarvoor zorgtoeslag wordt aangevraagd.

Om te evalueren wordt met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht naar de aanvraag gekeken. Een beslissing kan dus tot vijf jaar teruggaan in de tijd. Voorbeeld: als je kind een diagnose kreeg in 2021, maar je doet nu pas een aanvraag, dan mag de zorgtoeslag toegekend worden vanaf 2021 en ontvang je de bedragen retroactief.

“A. volgde lager onderwijs in het kleine dorpsschooltje vlakbij ons”, vertelt M. “In het eerste leerjaar was het al direct heel duidelijk dat het niet vlot ging. Door het M-decreet was het bijzonder onderwijs in grote mate afgeschaft waardoor A. gewoon op haar school kon blijven. Dat vond ik op zich wel goed. Ze had een zorgjuf, een zorgcoördinator en een zorg-dit en een zorg-dat. Ondanks haar mentale beperking en het feit dat ze veel in het ziekenhuis lag door haar medische problemen, heeft ze het lager onderwijs daar kunnen afronden.”

“In het middelbaar moesten we haar dan plots loslaten”, gaat M. verder. “Dat was een grote stap. A. ging naar een goede school, een zorgschool waar we zelf voor gekozen hadden, maar ze had veel meer zorgen nodig dan die school kon bieden.”

“Uiteindelijk ging ze op internaat. A. koos voor een sportrichting waarin ze veel kon bewegen, dat had ze nodig, maar ze liep daar weg. Levensgevaarlijk was dat, maar zelf kon ze dat niet inschatten. We haalden A. er weg, maar dan kwam de vraag: wat nu? Nergens was er plaats.”

Eerste aanvraag of herziening (op vraag)

Er zijn verschillende soorten aanvragen die betrekking hebben op de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Er zijn (1) eerste aanvragen, (2) herzieningen en (3) herzieningen op vraag.

Bij eerste aanvragen is er een specifieke regeling voor adoptie. Als er bij de kindtoewijzing aanwijzingen zijn dat er een hoog ongeschiktheidspercentage is (waarbij men minstens 4 punten in de eerste pijler verwacht), kunnen ouders al een eerste aanvraag indienen. Worden er minstens 4 punten in de eerste pijler toegekend of minstens 9 punten in de drie pijlers samen, hebben adoptieouders daarnaast recht op dubbel adoptieverlof (12 weken). Eens er ondersteuning in Vlaanderen is opgestart, kunnen ouders een herziening indienen met bijkomende gegevens, waardoor er een hoger bedrag kan worden toegekend.

Herzieningen starten systematisch zes maanden voordat de einddatum van de vorige beslissing afloopt. Je hoeft zelf dus geen initiatief te nemen. Indien Opgroeien niet tijdig een nieuwe beslissing neemt, wordt het recht administratief verlengd.

Tot slot kunnen ouders ook zelf een herziening aanvragen als er nieuwe ondersteuningsnoden opduiken. Dit kan echter alleen als er geen andere aanvraag loopt.

Ondanks de zorgnoden van hun dochter wisten M. en haar man niets af van de zorgtoeslag. “Ik botste hier zelf op. Er was me nooit iets verteld over de zorgtoeslag binnen het Groeipakket. Doordat ik voor een ander familielid informatie opzocht omtrent een mantelzorgpremie, kwam ik toevallig de informatie rond de zorgtoeslag tegen. In 2021 ben ik een eerste aanvraag opgestart. A. was ondertussen 13 jaar.”

Samenstelling evaluatiedossier: psychosociaal en medisch inlichtingenformulier

Om de zorgtoeslag aan te vragen, moet je als ouder een evaluatiedossier samenstellen. Dit dossier bestaat uit 2 inlichtingenformulieren: het psychosociaal en het medisch inlichtingenformulier. Een arts beoordeelt vervolgens het dossier op basis van de drie eerder vernoemde pijlers.

Hoewel je het dossier zelf samenstelt, zal er niet enkel gekeken worden naar jouw ervaring als ouder, maar wordt er ook expliciet gezocht naar een diagnose of omschrijving door professionals om het recht op een zorgtoeslag te objectiveren.

Het psychosociaal inlichtingenformulier dien je als ouder in via het online portaal van Kind en Gezin (of bij uitzondering op papier). Aan de hand van de ingevulde items in het psychosociaal inlichtingenformulier kunnen er nog vragenlijsten bijkomen die je laat invullen door de desbetreffende hulpverlener, professional of instantie. Er zijn vijf verschillende vragenlijsten: (1) een vragenlijst voor bijkomende medische gegevens, (2) voor therapie in multidisciplinaire setting, (3) voor therapie op zelfstandige basis, (4) voor mobiele begeleiding en tot slot (5) voor het CLB en school. Bekijk de vragenlijsten hier.

Het medisch inlichtingenformulier dien je samen in met een arts. De voorkeur gaat naar een GMD-houdend (Globaal Medisch Dossier) arts. Bij adoptie is het van belang om medische documentatie te verzamelen uit het land van herkomst, ondertekend door een arts en vertaald naar het Nederlands (Engels of Frans wordt ook aanvaard). Dit is belangrijk voor het toekennen van retroactiviteit.

M. vertelt: “Toen ik ontdekte dat het mogelijk was om een zorgtoeslag aan te vragen voor mijn dochter, maakte ik een afspraak bij de mutualiteit. Daar gaven ze meer informatie over de zaken die ik zelf al online had gevonden. Ik kreeg er ook een foldertje en ging daarmee naar iedereen die een verslag moest maken: de logopediste, de psycholoog, de huisarts, de neuroloog, de psychiater ...”

Duurtijd van de aanvraag

De aanvraagprocedure kan enkele maanden duren, omdat het aanleveren van de nodige informatie en de beslissingsprocedure tijd kost. Opgroeien stelt dat de tijdsduur die ouders nodig hebben om alle informatie te verzamelen, varieert tussen 4 en 8 maanden. Vanaf dat moment streeft Opgroeien ernaar om de evaluaties binnen 3 maanden te verwerken.

“Ik heb de zorgtoeslag voor A. aangevraagd en gekregen, maar uiteindelijk duurde het meer dan een jaar voordat alles rond was. Gelukkig wordt de aanvraag wel retroactief bekeken, dus we kregen ook een bedrag voor de periode vanaf de aanvraag”, vertelt M.

M. had graag meer duidelijkheid en transparantie ervaren tijdens de aanvraagprocedure. “Ik liep verloren in de terminologie, er was juist een overgang gaande van papieren naar digitale dossiers, het uploadsysteem werkte niet naar behoren en vooral: ik kon niet zien wie wat wanneer uploadde. Dan moest ik bellen naar de neuroloog met de vraag of het al gelukt was. Ik ben administratief sterk en kan met een laptop overweg, maar toch liep de aanvraag op zijn minst gezegd stroef.”

M. had veel aan de maatschappelijk werkers van de mutualiteit. “De hulp van de medewerkers van de CM was een absolute meerwaarde. Het hielp om alles op een rij te zetten. Ik zou er vaker naartoe moeten gaan.”

En wat brengt de toekomst? “Ik weet niet precies tot wanneer de aanvraag is goedgekeurd. Alleszins evolueert de zorgnood van A. snel. Hoe ouder ze wordt, hoe duidelijker het is dat ze niet leeftijdsadequaat ontwikkelt. Misschien is een herziening op vraag wel nuttig. Ik wil er in elk geval tijdig mee beginnen om alle informatie te verzamelen.”

Denk je dat je kind recht heeft op een zorgtoeslag? Neem contact op met je uitbetaler Groeipakket. Zodra er voor je kind een aanvraag is opgestart, kan je terecht bij Opgroeien, team Zoë (Zorgtoeslagevaluatie) via zoe.info@opgroeien.be of 02 533 13 41. Meer informatie over de zorgtoeslag lees je hier.

Dit artikel werd geschreven in zomer 2023.

Adoptie van siblings: enkele tips

  • Geschreven door Kristina Vanremoortel op donderdag 25 maart 2021 in de categorie Special needs.

(eerder verschenen in VAG-magazine)

Soms worden twee of meerdere kinderen die aan elkaar verwant zijn samen geadopteerd. In dit geval spreken we van een siblingadoptie. Siblings is namelijk de Engelse term voor broers en zussen. Een siblingadoptie is een specials needs adoptie die extra draagkracht vraagt van ouders. Doordat het een dimensie toevoegt aan het adoptieouderschap zijn specifieke opvoedingsvaardigheden nodig.

Nam (3 jaar) en Bihn (5 jaar) zijn broer en zus. Met Nam hebben we op een relatief korte periode een sterke band kunnen opbouwen, maar met Bihn loopt het moeilijker. Zij is eerder teruggetrokken en reageert soms heel afwijzend naar mij toe. Ik kan me er erg schuldig over voelen. Tussen Bihn en mijn man klikt het gelukkig beter. Hoe kan ik mijn relatie met Bihn versterken?

Als ouder van een sibling moet je een band opbouwen met meerdere kinderen tegelijk. Het is niet erg als dit met het ene kind vlotter lukt dan met het andere. Verschillende factoren spelen hierin een rol. Misschien heeft het ene kind meer meegemaakt waardoor het moeilijker is om zich open te stellen? Of misschien herken je jezelf meer in een van de twee waardoor jullie sneller een connectie voelen?

Alleszins vraagt het opbouwen van een band een inspanning van beide partijen. Juist doordat het energie vergt, kiezen adoptiekinderen meestal één van beide ouders om zich eerst aan te hechten. Na verloop van tijd zoeken ze ook contact met de andere ouder. Het is dus normaal als je dochter meer toenadering zoekt tot je partner.

Om een vertrouwensband met je kind op te bouwen, is het belangrijk om sensitief-responsief te reageren. Dit betekent dat je haar signalen ontvangt, correct interpreteert en er gepast op reageert. Benoem wat je dochter doet en hoe je denkt dat ze zich voelt. Zo zal ze zich gezien voelen en weten dat ze er mag zijn. Sommige kinderen hebben namelijk nooit het gevoel gekregen dat ze er mogen zijn. Door eerdere ervaringen hebben ze geen basisvertrouwen in zichzelf en anderen ontwikkeld, en lokken ze reacties uit die hen in dit gevoel bevestigen. Sensitief-responsief handelen doorbreekt deze gedachten en dit patroon.

Nia (8 jaar) en Yaro (6 jaar) zijn samen geadopteerd en enkele maanden bij ons. In het tehuis zaten ze in aparte leefgroepen, dus kenden ze elkaar niet. Ze maken heel veel ruzie: elkaars speelgoed afpakken, elkaar treiteren, elkaar pijn doen … Het eindigt meestal in tranen en zo gaat het de hele dag door. Straffen willen we niet doen, omdat we nog volop aan de hechting werken. Wat kunnen we doen om het geruzie te doen stoppen?

Kinderen die zijn grootgebracht in een tehuis hebben soms geleerd dat ze moeten vechten om eten, speelgoed of aandacht. Het kan een tijdje duren voordat ze inzien dat dit niet meer nodig is. Ook hebben adoptiekinderen bij aankomst dikwijls een emotionele achterstand, waardoor ze nog sterk op het eigenbelang zijn gericht en een eerder beperkt inlevingsvermogen hebben. Als je echter ziet dat je kinderen elkaar pijn doen, mag je gerust grenzen aangeven. Grenzen bieden veiligheid, wat evenzeer nodig is voor een goede hechting. Laat blijken welk gedrag je afkeurt en toon welk gedrag gewenst is. Door complimentjes te geven, kan je dit gewenst gedrag vervolgens aanmoedigen.

Als je kinderen veel ruziën, is het nuttig om elk kind een eigen plek te geven waar ze kunnen spelen, rusten, zich kunnen ontspannen. Zo ondervinden je kinderen hoe het is om iets voor zichzelf te hebben.

Wanneer je kinderen samen zijn, kan je aangeven dat ze je aandacht hebben door onder andere afwisselend te benoemen wat elk kind doet en door hen met de eigen voornaam (in tegenstelling tot ‘jullie’) aan te spreken. Daarnaast kan je bevestigen dat ieder kind aan de beurt zal komen. Leg bijvoorbeeld uit dat je eerst de ene zal helpen met het aandoen van zijn jas en daarna de schoenen van de andere zal strikken. Als je kind het vervelend vindt om te wachten, mag je dit gevoel gerust benoemen zodat je kind zich gezien en begrepen voelt. Probeer er verder op toe te zien dat elk kind individueel voldoende aandacht krijgt door met elk apart activiteiten te ondernemen.

Ondanks het leeftijdsverschil zullen David (10 jaar) en Alexander (8 jaar) vanaf dit schooljaar in hetzelfde leerjaar zitten. We vrezen wat dit zal doen met het zelfvertrouwen van David. We hebben alvast aan de directie gevraagd om hen niet in dezelfde klas te zetten. Wat kunnen we nog doen?

Wanneer het jongste kind het oudste kind inhaalt, is dit vaak lastig voor de oudste met een mogelijk afnemend zelfvertrouwen, faalangst of stress tot gevolg. Indien je kind het hier moeilijk mee heeft, luister dan en erken hem in zijn gevoel. Door veel te praten en begrip te tonen, kan je tot een zo comfortabel mogelijke situatie komen. Iedereen is verschillend en elke persoon heeft zijn eigen talenten. Een welgemeend compliment kan wonderen doen. Door in te zetten op de vele andere kwaliteiten van je kind kan je zijn zelfvertrouwen versterken. Dialoog, empathie en weerbaarheid opbouwen zijn met andere woorden belangrijk.

Joni (16 jaar) en Roman (11 jaar) zijn sinds 2008 bij ons. Joni pubert enorm. Hij is opvliegend, zet zich tegen ons af en noemt ons slechte ouders.  We hebben niets over hem te zeggen, want we zijn toch zijn 'echte' ouders niet. Alles is een strijd en alles is onze schuld. Hoe moeten we hiermee omgaan?

De puberteit is voor veel gezinnen een lastige periode. Kinderen moeten ontdekken wie ze zijn en wie ze willen worden. Hierbij komen ze los van hun ouders, terwijl de relatie met leeftijdsgenoten des te belangrijker wordt. Voor geadopteerden kan de zoektocht naar identiteit extra moeilijk zijn. Ze hebben geen volledige informatie over hun verleden en beseffen dat ze door hun adoptiestatus altijd een beetje anders zullen zijn. Hierdoor moeten ze niet alleen ontdekken wie ze zijn, maar ook wie ze zijn met betrekking tot hun adoptie. In deze verwarring is het niet vreemd dat adoptiekinderen hun puberteit extra hevig ervaren en ze uithalen naar degenen die het dichtst rond hen staan.

Als ouder is het belangrijk om verbindend te blijven communiceren met je kind. Een opvliegende puber lokt felle reacties uit, maar om escalatie te vermijden, is het beter om je niet te laten meeslepen door emoties. Door zelfcontrole behoud je het gezag.

Geef aan dat je verder wil praten als er terug rust is en blijf uitnodigend. Luister naar wat je kind nodig heeft om te kalmeren. Pas daarna kan je samen op zoek gaan naar een oplossing. Bepaal onderling wat de afspraken en regels zijn, en wat er gebeurt als deze niet worden nageleefd. Het is niet nodig om onmiddellijk een gepaste reactie klaar te hebben. Als je puber na het afgesproken uur thuiskomt, hoef je niet 's nachts nog het gesprek aan te gaan, maar kan je zeggen dat jullie hier morgen over zullen praten. Hierbij is open en eerlijke communicatie belangrijk. Zo kan je benoemen dat je vragen stelt uit bezorgdheid in plaats van wantrouwen. Als je bijvoorbeeld zelf een fout gemaakt hebt als ouder, geef dan gerust het goede voorbeeld door dit toe te geven.

De focus ligt op verbinding. Door verbindend te communiceren, laat je zien dat - hoewel je bepaald gedrag afkeurt - je zoon bij jou terecht kan en je hem wil ondersteunen om zich aan de regels te houden. Een dergelijke manier van consequent en betrokken reageren, vraagt geduld en volharding, maar het helpt om negatieve patronen te doorbreken en een goede relatie te onderhouden.

Over twee maanden maken we een rootsreis naar het herkomstland van onze twee zonen. Noah (9 jaar) heeft weinig herinneringen aan zijn land, maar Achille (13 jaar) was zes op het moment van zijn adoptie en herinnert zich nog veel. We gaan met enkele andere Vlaamse adoptiegezinnen een bezoek brengen aan het tehuis waar ze gewoond hebben en reizen daarna door naar de hoofdstad. Achille ging eerst akkoord, maar toont nu schijnbaar geen interesse meer. Noah is wel enthousiast en daar reageert Achille dan gepikeerd en kleinerend op. Het leek ons goed om de reis te maken nog voor onze jongens in de puberteit komen, maar nu twijfelen we of we nog wel moeten gaan?

Soms reageren kinderen in eerste instantie enthousiast op de vraag om terug te gaan, maar roept het daarna bezorgdheden en angsten op die ze niet durven bespreken met hun ouders. Misschien is je kind bang voor wat hij zal aantreffen? Misschien vreest hij de confrontatie met kinderen in het tehuis die niet geadopteerd werden? Misschien is hij teleurgesteld dat jullie niet op zoek gaan naar zijn geboorteouders, maar durft hij dit niet te laten blijken uit loyaliteit naar jullie toe?

Door de dialoog aan te gaan, kan je proberen te achterhalen wat er speelt. Mogelijk volstaat het voor je zoon om te weten dat hij op elk moment mag aangeven dat het voor hem te veel is. Benoem dat je zoon kennelijk met iets rondloopt en dat jullie bezorgd zijn. Op die manier kan je samen beslissen of het nog een goed idee is om met z'n allen te gaan.

Daarnaast mag je ook respect vragen voor de interesse die zijn jongere broer toont. Elke geadopteerde verschilt hierin. Ook broers en zussen verschillen, omdat ze andere karakters, ervaringen, herinneringen, verwachtingen, interesses … hebben.

Als je zoon het te moeilijk vindt om hierover met jou te praten, kan je voorstellen dat hij er met iemand anders over spreekt, bijvoorbeeld iemand uit de groep met wie jullie samen reizen, een andere geadopteerde via a-Buddy of een nazorgmedewerker van Steunpunt Adoptie.

Leestips

  • Nieuwe autoriteit - Haim Omer
  • Geadopteerd: Een leven lang op zoek naar jezelf - David Brodzinsky
  • Pubers: De 100 meest gestelde vragen - Stef Desodt
  • Adoptie van twee of meer kinderen tegelijk - Stichting Adoptievoorzieningen

Tekst: Kristien Wouters, educatief medewerker

Getuigenissen van adoptieouders

  • "De Bergjes": De Bergjes is een blog met ervaringsverhalen van adoptie van kinderen met een special need om deze kinderen voorbij de medische labels een gezicht en karakter te geven.
  • "De Wachtkamer": Felix en Marije hebben bijna alles: een goed huwelijk, een mooi huis en goede carrièreperspectieven. Hun geluk willen zij compleet maken met een kind. Maar wat als dat niet lukt via de natuurlijke weg? In deze Nederlandse reportage uit 2015 wordt een koppel gevolgd dat 2 kinderen met special needs adopteert.
  • Leerportaal Opgroeien - Adoptie van kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte: Op dit online leerportaal van Opgroeien vind je verschillende videogetuigenissen van adoptieouders in Vlaanderen die kozen voor de adoptie van een kind met special needs.
  • VAG magazine: In het driemaandelijkse magazine van Vereniging voor Adoptiekind & Gezin vind je verhalen terug van verschillende adoptiebetrokkenen. Je kan je abonneren voor € 30 (jaarlijks lidgeld).
  • "Waarom kies je bewust voor adoptie van een 'zorgenkind'?": Kandidaat-adoptieouders haken soms af wanneer het kindprofiel niet aan hun verwachtingen beantwoordt. Dat komt omdat er meer oudere kinderen en kinderen met specifieke zorgnoden opgegeven worden voor adoptie.

    Maar sommige ouders kiezen net bewust voor die special needs. Radio 1 interviewde Belinda Knuppels, die samen met haar partner kinderen met special needs adopteerde.

Laatste update: april 2024

Paper over medische problemen bij buitenlandse adoptiekinderen in Vlaanderen (2015)

Het Vlaams onderzoek 'Medische problemen en lengtegroei bij buitenlandse adoptiekinderen in Vlaanderen bij aankomst en in de eerste jaren na adoptie' werd in 2015 gevoerd door Marjolein Willemsen in het kader van een masterproef in de geneeskunde.

De thesis brengt de gezondheidstoestand in kaart van 355 geadopteerde kinderen binnen de periode 2008 – 2012 gedurende hun beginperiode in het adoptiegezin en tijdens de jaren erop. 

Paper over definitie van ‘special needs’-adoptie in Vlaanderen (2016)

Steeds meer adoptiekinderen uit het buitenland hebben specials needs of specifieke ondersteuningsbehoeften.

De paper 'Internationale adoptie van een kind met specifieke ondersteuningsbehoeften: naar eenonderbouwde en gedeelde definitie van ‘specialneeds’-adoptie' van Nicole Vliegen, Eileen Tang, Stefanie Hesemans en Ann Desmet (2016) gaat in op het ontstaan, de definiëring en de verschillende domeinen van special needs in adoptie binnen Vlaanderen.