Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Interessant nieuws & boeiende blogartikels

"Rijk aan diversiteit", een adoptiemoeder vertelt

  • dinsdag 15 mei 2018 in de categorie Verhaal.

"Rijk aan diversiteit", een adoptiemoeder vertelt

Als ik mijn gezin in gedachten heb, dan krijg ik een gevoel van eenheid en verbondenheid. Tegelijk zijn alle leden van ons gezin erg verschillend… Op het eerste zicht lijken we een klassiek gezin, maar dan wel één met een diverse inhoud. Zoals die inhoud overal wel divers zal zijn, niet?

Ik heb een dochter; zij is de oudste. ‘Oh, prachtig; een prinsesje!’
Waar denken ze aan, de mensen die dat zeggen? Ja, ze draagt graag rokjes en speelt viool. Maar haar knieën zijn de zwartste als ze hebben buiten gespeeld en ze kan tekeer gaan als een beest. Dat is mijn dochter, en ik ben zo blij met haar!

Mijn tweede is een jongen. ‘Prachtig, eerst een prinsesje en dan een ‘manneke’!’
Ik ben wel een geluksvogel als ik de anderen mag geloven. En ja, dat ben ik ook! Mijn zoontje heeft elegante manieren, huppelt over de straat en is een echte boekenwurm.

Mijn tweede zoon, ons derde kind is dan weer een (troetel)beer die graag in de bossen vertoeft en bomen kapt. Wat trouwens ook prachtig is, vind je niet?

En mijn jongste? Dat is ons immer lachend zonnetje in huis.
‘Hij lijkt ergens wel op jou.’ Ik voel me vereerd als ik dit hoor en ik hoop stilletjes dat ze het over die brede glimlach hebben. Aan andere uiterlijke kenmerken zal het niet liggen; hij komt uit China en ik niet…

We zijn allemaal op en top verschillend hier. En dat maakt het juist zo boeiend. Niets is wat het lijkt en elk kind heeft zijn talenten. Het botst ook meer dan eens. Tja, wat wil je, met zo’n verschillende persoonlijkheden?

Die diversiteit is de rijkdom van ons gezin, en van het uwe waarschijnlijk ook. Ik kan niet geloven dat twee gezinnen dezelfde kunnen zijn; we zijn immers allemaal verschillend. Of, om het met een mooier woord te zeggen: we zijn allemaal ‘uniek’.

Met het opgroeien van de kinderen, heb ik gemerkt dat ze elk hun eigen aanpak nodig hebben. Als ouder merk ik dat ik diverse strategieën moet bedenken om tegemoet te komen aan ieders behoeften. Er bestaat geen eenvoudig opvoedingsrecept. Ik moet voortdurend nieuwe recepten uitvinden met de verschillende ingrediënten binnen het gezin, rekening houdend met de seizoenen en de herkomst van mijn ‘groentjes’.

Waar heeft mijn hooggevoelige dochter nu het meeste baat bij? Hoe leer ik aan mijn ‘lolbroek’-zoon dat hij wel eens een grens overschrijdt met zijn grappen? Hoe krijg ik de oudste tijdig uit haar bed en wat bied ik de tweede die zó vroeg wakker is aan? Moet ik mijn derde dwingen om goeiedag te zeggen aan iedereen terwijl de tweede met iedereen een praatje maakt? Hoe breng ik de Chinese cultuur binnen in ons gezin? En als mijn adoptiezoontje ’s nachts hartverscheurend huilt, heeft dat dan met zijn adoptie te maken? Hoe pak ik dat het beste aan?

Dat adoptie ons gezin diverser maakt, is een feit, maar ik denk dat diversiteit niet enkel ligt in huidskleur of cultuur, maar vooral in het respect van ieders eigenheid.

Wij vormen één gezin en we houden allemaal van elkaar. We leren van elkaar, verrijken elkaar, waarderen elkaars talenten en leren omgaan met verschillen. Op die manier voeden we elkaar op om in de bredere context van de samenleving respect te hebben voor iedereen.

Op school komen de kinderen in aanraking met die bredere context. Op de school van mijn kinderen bruist het van de verschillende culturen. Ze hebben Poolse, Turkse, Syrische, Tsjetsjeense en ja, toch ook Vlaamse vriendjes. We gaan al eens op bezoek bij die vriendjes en leren daar een hele nieuwe wereld kennen.

Mijn dochter heeft al eens een hoofddoek gepast en we bedanken de Poolse vrienden met ‘dziekuje’. Maar ook bij onze Vlaamse vrienden zien we dat het in hun gezin toch anders is dan bij ons.

Als vriendjes bij ons binnen komen, zien ze Chinese lampionnetjes hangen en hoeven ze hun schoenen niet uit te doen. Bij ons is het ook anders dan bij hen en we praten daar ook over. Zelf vind ik het ontzettend belangrijk dat mijn kinderen ondervinden dat elk gezin zijn eigen gewoontes heeft en dat ze daar niet over moeten oordelen. ‘Anders’ is niet goed of slecht; het maakt de wereld gewoon rijker.

Dat we de diversiteit in de samenleving kunnen omarmen en als een rijkdom kunnen beschouwen, dat is mijn droom. Laat ik beginnen in ons Belgisch-Chinees gezin: Iemand noedels met chocolade? Voor mij ne friet met sojasaus! 好吃! Smakelijk!

Auteur: Laetitia Lebbe

Het verhaal van Sandrita

  • dinsdag 10 april 2018 in de categorie Verhaal.

Het verhaal van Sandrita

Dit is het verhaal van Sandrita. Ze hoopt door haar verhaal te vertellen, anderen te helpen en bewegen om zelf ook sterker uit hun verhaal te komen. Ze klopte aan bij Steunpunt Adoptie om iets te betekenen voor anderen. 

Mijn verhaal start in Colombia. Waar precies weet ik niet. Een vriend van mijn biologische moeder liet me achter in het weeshuis ICBF in Pereira. Hij vertelde er dat hij me later weer zou komen ophalen. Na negen maanden wachten werd het voor de zusters in het weeshuis duidelijk dat hij niet meer zou terugkeren. Hij had me  onder dat smoesje achtergelaten. Ik werd ter adoptie opgegeven. 

Vooraleer ik bij mijn Belgische gezin terechtkwam, werd ik in afwachting daarvan van opvanggezin naar opvanggezin gebracht. Achteraf werd me duidelijk dat het niet om barmhartigheid ging, maar dat de gezinnen betaald werden om kinderen op te vangen en van hen een zo perfect mogelijk kind te maken… 

Van die eerste periode in mijn leven heb ik slechts 1 foto, van toen ik 2,5 jaar oud was: de foto die gebruikt werd voor mijn adoptiedossier. Buiten die foto heb ik niet veel herinneringen; geen mentale en weinig tastbare.

Toen ik 4 jaar oud was, kwam mijn vader me ophalen in Colombia. Hij vertelt me vaak dat ik het hem daar niet makkelijk gemaakt heb. Ik liep voortdurend weg en knuffelde wildvreemden. Behalve die ene foto uit mijn adoptiedossier, heb ik ook een fotoalbum met de foto’s die mijn vader maakte toen hij me kwam ophalen.

Het aantal keren dat ik dat album in mijn handen gehad heb zijn ontelbaar. Het hoeft niet gezegd te worden wat ik als eerste uit een brand red… Het is mijn geschiedenis.

Een van de laatste foto’s die er toen genomen werd, is een foto aan een leeuwenkooi. Bijna dertig jaar later stond ik opnieuw aan die kooi. De tijd had een duidelijk effect gehad op ons beiden; in de verlaten en aan natuur onderhevige kooi zaten geen leeuwen meer. En ik was ondertussen uitgegroeid tot een volwassen vrouw met een verhaal.

Eenmaal in België ging ik direct naar school. Daar werd ik verschillende keren getest door het CLB. Ze waren ervan overtuigd dat ik in het bijzonder onderwijs beter op m’n plaats zou zitten. Maar hoe kan je een kind testen als het niet eens dezelfde taal spreekt? Als het de eerste jaren van z’n leven opgroeide met een andere moedertaal? Een kind met een stotterprobleem? Mijn moeder, zelf leerkracht, had dezelfde bedenkingen en hield voet bij stuk: ik bleef in het reguliere onderwijs.

Op school was ik een braaf en voorbeeldig kind, eentje dat heel sociaal was en onmiddellijk vriendjes maakte. Maar ook eentje dat met iedereen meegegaan zou zijn. Juf Marina, een van mijn eerste leraars, vertelde me een tijd geleden over een pijnlijke herinnering: op het einde van een schooldag wist ik niet meer wie mijn mama was. Ik vroeg haar telkens ‘la mamma?’, wijzend naar moeders van mijn klasgenootjes. Het is een juf die me altijd bijgebleven is.

Die schoolse voorbeeldigheid trok zich door naar het gezin. Dat zorgde er ook voor dat mijn broer lastig en lui leek – aangezien ik alles zo perfect mogelijk wou doen. Het huishouden doen, alleen spelen, me in m’n eentje op mijn kamer bezighouden… ‘Die van ons is toch zo’n zelfstandige!’ Achter dat voorbeeldgedrag schuilde angst, de angst om teruggestuurd te worden.

Ik heb me heel vaak alleen gevoeld. Een fysieke aanwezigheid van je ouders is niet dezelfde als een emotionele. Zoveel momenten die ik alleen doorbracht op m’n kamer, om me stil en braaf bezig te houden… Ik werd aanvaard als deel van het gezin, maar emotionele beschikbaarheid heb ik erg gemist… Merendeels ook omdat geen contact had met mensen die eenzelfde verhaal meemaakten als ik, laat staan andere geadopteerden.

Doorheen de jaren heb ik zo vaak een masker opgehad. Ik leek altijd vrolijk en blij, maar voelde me eigenlijk heel alleen. Mijn uitlaatklep was sport. Sport heeft altijd een groot deel uitgemaakt van mijn leven. Het was mijn ontspanning. Hoofd vrijmaken en gaan!

Ik begon al heel vroeg te werken: op mijn 15de, ’s nachts, in een bakkerij. Ik wou die zelfstandigheid verder doortrekken en mijn eigen geld verdienen, maar steeds doelgericht: sparen voor een brommer, sparen voor een huis… Op den duur begon ik zeven dagen op zeven te werken. Het was geld verdienen, maar ook gedachten en gevoelens uit de weg gaan om zo de vraag ‘wie ben ik?’ te vermijden.

Op mijn 19de haalde ik mijn diploma als kinderverzorgster. Maar horeca was toen mijn passie. Ik combineerde drie jobs tegelijk. Vier jaar aan een stuk heb ik dat zeven dagen op zeven volgehouden. Die jaren werden gevuld met werken, sporten en uitgaan. Blijven doorgaan. Op mijn 20ste kon ik mijn eerste huis kopen. Het is een periode waarin ik ontdekt heb hoe sterk ik eigenlijk wel ben.

Op mijn 24ste ging ik opnieuw studeren: jeugd- en gehandicaptenzorg in Gent. Ik kwam er mezelf heel vaak tegen, want tijdens de opleiding kwamen de thema’s adoptie en hechting aan bod. Ik leerde er zoveel over mezelf en hoe mijn leven er vroeger uitzag. Ik kon beter reflecteren over mijn parcours en hoe het als kind was. Dat heeft me wakker geschud. Ik zie in hoe het vroeger geweest is en wie ik deels daardoor geworden ben.

Mijn opleiding heeft me mijn ouders en de opvoeding die ik gekregen heb, beter doen begrijpen. Het heeft ervoor gezorgd dat ik weet welke impact die had op mij en op mijn broer. Het gaf ook wel een kwetsbaar gevoel, want de vragen begonnen zich op te stapelen: wie ben ik…

Ik heb mijn diploma afgewerkt en mocht tijdens mijn stage direct aan de slag als begeleidster in een leefgroep bijzondere jeugdzorg. Ik kon jongeren helpen die geplaatst werden door de jeugdrechtbank wegens hun problematische opvoedingssituatie. Vanuit mijn eigen ervaring begreep ik hun situatie en kon ik hen ondersteunen. Dit gaf mij een boost.

Op mijn 28ste heb ik gedurende 15 maanden in Spanje gewerkt. Ik wou weten hoe vlug ik de taal zou opnemen en hoe ik mij zou voelen in een Spaanse cultuur. Een stapje dichter bij mijn eigen ik…

Op mijn 33ste ging ik voor het eerst terug naar Colombia. Voordien gaf ik altijd te kennen dat ik het land niet wou bezoeken: ‘het interesseert me niet, ik heb er niets te zoeken’ was vaak het antwoord op rootsvragen van vrienden.

De beslissing om uiteindelijk toch te reizen naar mijn herkomstland, deed mijn ouders en vrienden vreemd opkijken. Ze vonden het ongelofelijk knap en boden me heel veel steun. Gedurende een maand heb ik er vrijwilligerswerk gedaan. Samen met andere Belgen had ik een project opgestart om een schooltje te helpen.

In Colombia zelf heb ik beslist om 2 weken zelfstandig verder te trekken. Niet om op zoek te gaan naar mijn roots, wel om het land te verkennen. Ik wou voldoende tijd nemen om het leven daar op een mooie manier te leren kennen en heb die ook ruim genomen. Het was bovendien een reis die ik in mijn eentje wou maken. Ik voelde me sterk genoeg. 

Op basis van mijn uiterlijk ervaarde ik een thuisgevoel. Eindelijk was ik niet de vreemde eend in de bijt, eindelijk liepen overal mensen rond die er net zoals ik uitzagen…

Na die reis begon het verwerkingsproces. Ik haalde mijn herinneringen en belevenissen naar boven: moest ik dingen anders aangepakt hebben? Hoe komt het dat ik in relaties altijd wegga? Er ging een schaduw met me mee – een wolk die boven mij bleef hangen, waar ik ook ging.

Op mijn arm staat een tattoo. Hij toont twee handen die een hart vasthouden met daarin een "s". Niet de s van Sandrita, maar de s van The Secret. Het wijst op de verbondenheid met mijn gedachten en mijn hart, naar de positieve krachten die je jezelf eigen maakt. Die tatoeage heeft de wolk die boven mij bleef hangen opgevangen.

Nu draag ik België én Colombia in mijn hart. De handen werden niet voor niets ingekleurd met de kleuren van beide landen. Ik voel daarbij de link naar dit tweede leven dat ik kreeg; ‘ze wilden dat ik leefde, wel, ik zal leven!’ Stap voor stap liet ik Colombia toe in mijn leven.

Nu kan ik heel goed zeggen wie ik ben. Als mensen vragen hoe ik in elkaar zit, zeg ik altijd: ‘ik ben een mengeling van een Belg en een Colombiaan. Ik ben luider dan een Belg – omdat ik Colombiaan ben, maar rustiger dan een Colombiaan – omdat ik Belg ben.’

Ik weet waarvoor ik sta. Ik weet wie mijn familie en mijn vrienden zijn. Ik noem mezelf een positieve doener, een vurige madame met pit, een vechter: als ik iets wil, dan bekom ik het. Maar als ik iets wil, dan moet ik dat 100% willen.

Maar adoptie blijft een verhaal dat ik niet kan afsluiten. Heb ik broers of zussen? Op wie lijk ik? Wiens karakter heb ik? Het zijn vragen die telkens terugkeren. Vragen die veranderen naargelang mijn leeftijd en de levensfase waarin ik me bevind.

Voor mezelf heb ik uitgemaakt dat mijn biologische ouders gestorven zijn. Dat zorgt voor rust in mijn hoofd – ik wil er het beste van maken. Maar ik ben ervan overtuigd dat het toffe mensen geweest moeten zijn. Mijn gevoel voor humor en mijn zelfredzaamheid… Dat zijn ongetwijfeld zaken die ik van hen geërfd heb. 

Mijn ouders en ik ervaren dit als een succesverhaal. Ik heb nergens spijt van, alles is een les geweest. Een mens moet genieten van de tijd die hij heeft. Ze zeggen steeds: ‘Je toekomst maak je zelf. Je legt de weg af met de mensen die je graag hebt.’ Dat klopt. Dankzij de onvoorwaardelijke liefde die we voor elkaar voelen, heb ik deze weg afgelegd. Ik ben gelukkig!

A never ending story

  • donderdag 9 november 2017 in de categorie Verhaal.

A never ending story

Afgestaan worden ter adoptie. Het is een pijnlijke ervaring. Na jaren heb je er nog steeds last van, dit uit zich in verdriet en boosheid.

Vergeven is wel een goede manier om los te laten…
De pijnlijke emoties achtervolgen je als het ware. Verwachtingen laat je los.
Maar door verwachtingen uit het verleden los te laten ontstaat de mogelijkheid om de wond te laten helen.

Mijn levensverhaal klinkt als volgt:

Ik ben M.B, intussen 56 jaar en afdelingsverantwoordelijke in een woonzorgcentrum voor bejaarden. Geboren in Genk en onmiddellijk na mijn geboorte naar een kindertehuis gebracht waar ik 1,5 jaar verbleef.

In de tijd dat ik daar verbleef, leefde ik geïsoleerd op een afdeling en dacht men dat ik een besmettelijke ziekte had (m.n. eczema). De witte uniformen van de verpleegsters en artsen zullen wellicht ten gronde liggen van mijn angst voor ziekenhuizen en ook … mijn verlatingsangst.

Deze verlatingsangst heeft mijn leven grotendeels beheerst.
Mijn adoptieouders waren Nederlanders die me liefde en alle luxe hebben gegeven. Rond mijn 14de levensjaar werd me verteld dat ik geadopteerd was en dat ik nog familie in België had.

Iedere feestdag en verjaardag stelde ik mij vanaf toen de vraag ‘zou er ergens iemand nu aan me denken?’ of  ‘hoe kan mijn moeder toch zoiets gedaan hebben’…
Ik heb nooit met mijn adoptiemoeder hierover willen en kunnen praten. Maar diep binnenin voelde ik mij verworpen. En intussen knaagde de drang om informatie te hebben, gezichten te zien, vergelijkingen te kunnen maken, om een medische achtergrond te verkrijgen…maar dit bleef een nul-operatie. Mijn leven liep verder en ik werd volwassen.

Mijn jeugd heb ik gedeeld met een adoptiebroer (geen bloedverwant) die 4 jaar jonger was, maar waar ik totaal geen voeling mee had, toen niet en nu ook niet. Intussen zijn mijn adoptieouders helaas beiden gestorven. Een afscheid dat mij ook heel zwaar viel.

Intussen ben ik zelf moeder van 3 kinderen en ik mag zeggen dat we een hele hechte band hebben.
Ik heb het ‘alleen op de wereld’-gevoel blijven ervaren. In relaties had ik het gevoel dat ik telkens de kar in het gezin trok, maar er was niemand waar ik mijn geluk mee kon delen.

Tot op een dag dat er een man aan de voordeur stond en mij vertelde dat …hij mijn broer was. Dit was zo een shock voor mij. Onderdrukte emoties kwamen als het ware los. Die eerste ontmoeting was uiteraard erg heftig en ik ben als dief in de donker weggelopen en liet hem als het ware alleen  achter.

Door toedoen van omstaanders werd het contact toch opgebouwd. Na verloop van tijd heeft hij ervoor gezorgd dat ik mijn biologische moeder en andere broers en zussen kon ontmoeten. De ontmoetingen met mijn moeder waren eerder afstandelijk…. Intussen begreep ik ook dat haar leven en dat van de andere kinderen ook niet altijd van een leien dakje is gelopen.

Intussen kreeg ik wel ‘mijn verhaal’ mee. Zo blijkt dat ik, samen met 2 andere kinderen van het gezin, een andere vader had dan de oudste kinderen. Ik was de jongste telg van het gezin en de gerechtelijke instanties hebben destijds voor haar beslist om mij onmiddellijk weg te houden.
Het contact met mijn broer liep na verloop van tijd mis doordat ik meer contact kreeg met de anderen. Hij voelde zich opzij gezet en nam terug afstand.

Na een tussenperiode van 12 jaar waar ik van niemand meer iets hoorde, heb ik door de ziekte van mijn moeder mijn broer opnieuw ontmoet en vanaf toen is alles in een rollercoaster terecht gekomen.

Momenteel wonen mijn broer en ik samen en zijn we onafscheidelijk. We hebben een hele intense band. Ook vandaag zijn er nog vele gesprekken met tranen, maar we hebben elkaar beloofd er altijd te zijn en te blijven voor elkaar. 

Eén rode draad loopt doorheen mijn verhaal, nl. het feit dat je afgestaan wordt voor adoptie, is een levensverhaal, een verhaal zonder einde…

Auteur: M.B.

Moedervlekken

  • donderdag 12 oktober 2017 in de categorie Verhaal.

Moedervlekken

“Mama, weet je nog toen Nina net bij ons kwam wonen dat ze een vlekje had op haar neus?” 

Ik kijk aandachtig naar onze pluizige huiskat en zie inderdaad dat het vlekje op haar snoet, dat haar onderscheidde van de rest van het nest toen we haar kozen, verdwenen is.

“Ik had vroeger ook een vlekje op mijn neus én op mijn onderste lip die op onverklaarbare manier verdwenen zijn.”

Mijn jongste dochter kijkt aandachtig naar mijn gezicht speurend naar de onzichtbare vlekken.

“Moedervlekken verdwijnen normaal toch nooit, mama” zegt ze.

“Tja…soms wel dus…” Ik zie haar nadenken, en plots klaart haar gezicht op.

“Ik weet hoe dat komt. Bij Nina en bij jou verdwijnen moedervlekken omdat jullie mama’s ook verdwenen zijn. En, ik denk dat jouw mama nu een vlekje meer heeft op haar neus en haar lip.”

Sun Mee
Brugge, 10 oktober 2017

Verjaardagen en zo

  • maandag 27 maart 2017 in de categorie Verhaal.

Verjaardagen en zo

27 maart, vandaag is mijn verjaardag…

Haast dag op dag één jaar geleden dat ik net als Saroo terugkeerde naar mijn geboorteland Zuid-Korea, geen twintig jaar later, maar achtendertig jaar later…
We zouden arriveren één dag voor mijn verjaardag, de dag dat ik ter wereld kwam.

Het lijkt wel gisteren… de verlossende telefoon dat we toch konden vertrekken op de voorziene datum, niet vanuit Zaventem die tot warzone herleid werd eerder die week, maar vanuit Parijs Charles De Gaulle. We lieten een totaal verdoofd en verweesd land achter.

De knalrode piano in de vertrekhal  van de luchthaven staat voor mij nog steeds symbool voor verbondenheid van zo veel mensen van over de hele wereld. Muziek als een verzachtende zoen…

Net als voor Saroo was een landschapskaart een wezenlijke houvast in de aanloop naar dit avontuur.
Een landschapskaart als strohalm waar ik hoopte dingen te herkennen of aanknopingspunten te vinden.
Een kaart waarop “Seoul” aangeduid stond als mijn officiële geboorteplaats, het vertrekpunt van een zoektocht naar een verhaal, mijn verhaal…

Speld in een hooiberg

Koreanen beginnen het leven te tellen vanaf de zwangerschap en gezamenlijk worden ze allemaal één jaar ouder op 1 januari.
Dat wil dus zeggen dat ik in westerse telling 14 maanden in Korea leefde toen ik in september 1978 Koreaanse bodem verliet…

Het brengt me terug naar hoe we een jaar geleden voor HOLT, het weeshuis waar ik mijn eerste vijf levensmaanden verbleef, een dame met een klein ingepakt baby’tje kruisten en me af vroeg of dat kindje misschien vertrok naar een heel ver en vreemd land.

Hoe we daar vriendelijk doch met enige reserve te woord werden gestaan door een heel jonge maatschappelijk werkster die me niet meer kon vertellen dan op papier stond. Maar dan was er dat document dat ze letter voor letter voor las…
Voor velen wellicht een detail, voor mij een detail met opflakkerende hoop, een lichtpunt, de speld in de hooiberg die je dacht nooit te vinden.

Niet Calcutta of ook niet miljoenenstad Seoul of Pusan, maar een nietszeggend klein dorp Hahyang, Hyangchon-dong, Sacheon, Samcheonpo-City in Gyeongsangnam-do provincie, een kleine duizend kilometer van  Seoul verwijderd…

Op 29 maart 1978 om 21u werd ik daar gevonden, gewikkeld in een gestipt baby-dekentje, een rood, rond en mooi gezichtje, ondervoed en niet ouder dan enkele uren door de bloedende navelstreng, maar verder “without any information”…

Zeewiersoep

Het verweesde en verlaten gevoel dat me telkens overvalt rond deze tijd van het jaar, krijgt die dag letterlijk een plaats.
Zo ook mijn onverklaarbare jaarlijkse kinderziektes rond 27 maart of andere belangrijke familie-feestdagen.

Op 30 maart 1978 werd ik aangegeven en geregistreerd in The Major City Hall van Sacheon waar ik verzorgd werd door een maatschappelijk werker uit Pusan die me de naam “Kim Sun Mee” gaf.
Kim omdat de helft van Korea zo heet, Sun betekent goed en Mee betekent mooi.

Voornamen in Korea zijn heel erg waardevol en worden gegeven als een soort levensopdracht.
Ik kon niet anders dan mijn Koreaanse naam in ere te herstellen en deze  terug officieel aan te nemen, herstel van dat beetje identiteit dat ik mee kreeg…

Ik probeer me in te beelden wat er gebeurde en kan alleen maar denken aan mijn mama.

Die dag at ik zeewiersoep.

Want als jarige hoor je in Korea zeewiersoep te eten als een soort herdenking of eerbetoon aan de vrouw die je het leven schonk…

Het lelijke jonge eendje

Uiteraard reisden we door naar de plaats waar ik werd geregistreerd in de hoop meer te weten te komen over mijn vindplaats en over mijn mama. Ik voelde me net als de kleine Saroo die zijn odyssee begon doorheen de straten van Calcutta.

Je begint een zoektocht, een zoektocht naar herkenning, naar erkenning, naar een stukje van jezelf dat je kan verbinden aan een stukje daar ter plaatse, aan iemand, het liefst aan een mama.

Onze zoektocht start in de Major City Hall van Sacheon, gaat dan naar het politiekantoor en brengt ons naar een agrarische buurt met een wijkcentrum, een nieuwsgierig besje dat naast het centrum woont, een turnzaaltje met bejaarde dametjes die vergroeid zijn met de verhalen en de roddels uit het dorp, om uiteindelijk hoopvol neer te strijken in een psychiatrisch centrum hoog op een heuvel, one flew over the cuckoo’s nest…

Net als het lelijke jonge eendje was het daar hoog op die heuvel, vlak bij het centrum, dat ik moe en uitgeput neer streek en voelde dat het goed was.

Dat mijn levenslange verbeelding en mijn intuïtie samenvielen met de hartverscheurende en rauwe realiteit, evenals de de déja-vu die ik had te midden van een paarsgekleurd bloemenveld op de top van de berg met aan de voet “my hometown” Sacheon… en zo ver als je kon kijken, alleen maar zee…

Paarse bloemen

Ja, ik heb iemand ontmoet die mijn mama kon zijn.
Het was geen ontroerende ontmoeting zoals bij Saroo of zovele andere geadopteerden die elkaar huilend in de armen vallen uit herkenning, uit spijt, uit schuldgevoel, uit verdriet, uit dankbaarheid, uit troost, uit ultiem geluk….

Ze was mooi, dat wel, en opvallend jong, maar ik kon geen contact met haar maken, niet omwille van de taal, maar omdat ze in een andere wereld woonde met haar hoofd, al sinds haar opname samen met haar mama die vijf jaar geleden overleed, maar die er in haar wereld nog wel was.

Niemand kende haar verhaal, enkel haar overleden mama kende het.
Je kan wel het verhaal maken…

De zwarte tekeningen met verhoudingsgewijs kleine sneeuwpopachtige figuren zonder ledematen of ogen op een te groot  blank A3 blad spreken voor zich.

Ik blader door het tekenblok, en dan is er die ene tekening, een gekleurde, te midden van al dat zwart, een tekening met een grote paarse bloem, en een kleine paarse bloem met daar naast een prachtige handgeschreven groene tekst in hangul…
”Aan mijn lief klein baby-meisje, ik hoop dat je genoeg kan eten.”

Ik vraag naar haar leeftijd…dertien zou ze geweest zijn…

Het beeld van mijn mama

Er werden DNA-stalen genomen en bij terugkeer naar België leefde ik in onwetendheid.
De periode die volgde, beleefde ik als in een roes, alsof mijn leven stil stond en ik niet meer kon functioneren.
Ik verslond boeken over Koreaanse geschiedenis en cultuur en overwoog zelfs Koreaanse studies te starten in Leiden.
Wellicht wilde ik onbewust een vangnet creëren voor mezelf.

Alle contacten verliepen via onze gids Rachel, die zich na de reis goedbedoeld“Korean Sister” noemde.
Eke keer als we contact hadden, zei ze “I pray for you that she’s not your mother…”

Op een dag belde ze mij met het nieuws dat de DNA-test negatief was.
Ik heb het niet zwart op wit, ik hoef het ook niet zwart-op wit…

Want sinds die bewuste dag heb ik me gevoelsmatig verbonden met haar.
Zij zal voor altijd het beeld van mijn mama vervullen.

Verjaardagsgeschenken en zo

Vandaag zal ik denken aan de drie Scandinavische jonge koppeltjes die elk een Koreaanse peutertje adopteerden en samen met ons op de terugvlucht zaten. Ik denk aan het verscheurde gevoel dat me toen over viel en hoe het voor mij tegennatuurlijk aanvoelde iemand uit z’n habitat weg te halen.

Het kindje dat de hele vlucht door op een hartverscheurende manier “eomma” huilde, zal nu wellicht een kaarsje uitblazen om de dag te vieren dat ze “thuis” kwamen.

Laatst vertelde ik mijn verhaal aan de oude mama van een goede vriendin.
Dat ik naar Korea was gereisd omdat ik  gevonden werd…en hoe zij met grote ogen en haast verrukte stem zei “Whaw, wat een vondst!”

Dat zijn dan van die onverwachte verjaardagsgeschenken die me in het afgelopen jaar enorm hebben geholpen.
Zo ook de grote verbondenheid met mijn man en kinderen, evenals de rijkdom en de wijsheid die ieder van ons ervaarde.

Vandaag is mijn verjaardag, de dag dat ik geboren werd, de dag dat ik gevonden werd…
Vandaag is mijn verjaardag, of gisteren, of morgen.

Het maakt eigenlijk niet uit welke dag, want elke dag zal er wel een moment zijn dat ik aan haar denk, in maart misschien iets vaker.
De rust die ik vond, zit vooral in het idee dat ik me nu kan verbinden aan een vrouw die ook elke dag aan haar baby-meisje denkt en hoopt dat ze voldoende kan eten.

Daarom eet ik vandaag niet alleen heel veel taart, maar zal ik me ook vullen met liters zeewiersoep.

Sun Mee Cattrysse, 27 maart 2017
 

Het geheim van de Metis kinderen

  • maandag 6 juni 2016 in de categorie Verhaal.

Het geheim van de Metis kinderen

De Metis kinderen, een verhaal dat mag, moet verteld worden.

Steunpunt Adoptie vzw is betrokken bij de nazorg van de Métis groep.

Op 4 mei 2015 presenteert het expertenpanel gedwongen adopties een eindrapport aan Minister Vandeurzen. Daarin staan heel veel aanbevelingen voor het beleid, waaronder deze korte maar heel belangrijke zin:

'Voor de metiskinderen wil het panel dezelfde aanbevelingen doen als voor de geadopteerden die na dwang in adoptie geplaatst worden. Daarbij pleit het panel dus ook voor de centralisatie van alle dossiers in een dienst.'

Op dat moment komt ook het nazorgteam van het Steunpunt Adoptie in beeld en proberen we op maat uitgebouwde nazorg voor deze groep uit te bouwen, samen met hen. Ze hebben zich verenigd en op hun eigen website geven ze aan wie zij zijn.

In het kort komt het hierop neer, dat zij de kinderen zijn die tijdens de woelige jaren van de dekolonisatie (einde 1959-begin 1960) naar ons land werden gebracht onder heel moeilijke omstandigheden. Zij waren geboren uit een relatie tussen een Afrikaanse moeder en een blanke vader – koloniaal. Hun leven leek in gevaar, vandaar dat de Belgische koloniale overheid hen evacueerde naar België.

 

Jaak Albert schreef voor ons zijn verhaal neer:

'Er wordt veel te weinig aandacht besteed, ook in de media, aan de problematiek van de vele slachtoffers van de gedwongen adoptie, deportaties van kinderen verwekt tussen blanke vaders en plaatselijke zwarte moeders in Kongo, Rwanda en Burundi!

Deze metiskinderen werden niet erkend door de plaatselijke overheid en ook niet door de Belgen. Ze kregen nooit een geboorteakte.

Ik ben één van hen.

Onze moeders wisten niet wat adoptie betekende en sommigen dachten dat hun kind na de studies in België wel zou terugkomen. 

Ik vind het een groot misdrijf dat de overheden (dus België en de kerk), de vaders beschermden en hun identiteit geheim hielden voor de kinderen. Ze deden dit onder andere door middel van een dubbele opmaak van dossiers: één vol leugens en één met de waarheid !!!

Dit is een zware overtreding op het Artikel 7 van het Kinderrechtenverdrag dat België heeft geratificeerd. Daarin staat dat een kind het recht heeft om te weten wie zijn/haar biologische ouders zijn.

De gevolgen van deze acties, deportaties, zijn heel zwaar voor velen van ons. Velen van ons zijn getraumatiseerde individuen die zich vaak door het leven en relaties moeten worstelen. We hebben altijd een drang gehad om te weten wie we zijn, wie onze ouders zijn.

We zochten naar het waarom van wat ons overkomen was. We hebben een drang naar onze afkomst, ook om onze huidige problemen in België te ontvluchten.

Velen kwamen in pleeggezinnen terecht, waarbij zij geen rechten hadden t.o.v. andere gezinsleden. Sommigen zijn zelfs tot nu toe staatloos, met alle moeilijkheden qua reisvisum en sollicitaties.

Diegenen die in adoptiegezinnen verbleven hadden een voordeel op juridisch vlak. Enkelingen hebben het geluk gehad hun ouders bij leven terug te ontmoeten, soms met positieve maar ook soms moeilijke gevolgen.

Na meer dan 50 jaren hebben adoptiekinderen inzage in hun adoptiedossier via Kind en Gezin. Pas onlangs kregen wij, Metiskinderen, dezelfde rechten en ondersteuning. Gaat de overheid al deze gedupeerden financieel steunen in hun zoektocht en bijstaan bij juridische kwesties? Ik ben benieuwd en nieuwsgierig naar de toekomst.

Ik heb recht van spreken, omdat ik 63 jaar in het ongewisse werd gehouden, ik had en kreeg nooit de naam van mijn  moeder of vader. Dankzij het inzagerecht (2015) heb ik mijn familie gevonden, na 63 jaren. Jammer genoeg is mijn vader 5 jaar geleden overleden en weet ik  niks over mijn moeder. Naar haar ben ik nog steeds op zoek.

Sinds kort (29 november 2015) heb ik mijn biologische broer gevonden en ontmoet. Hij woont in het zuiden van ons land. Hij zelf wist niks van mijn bestaan. U kunt begrijpen dat ik met een dubbel gevoel zit: blijdschap en verdriet naar het ontdekken van een nieuwe familie en boosheid naar al die ons dit hebben aangedaan!!! Is dit geen grove misdaad naar een kind toe? Wat een leed hebben ze ons aangedaan en dit alles in een doofpot gestoken.

Wat gaat men daaraan doen, buiten excuses aan te bieden?

Dankzij Kind & Gezin heb ik mijn dossier gevonden en kunnen inzien. Daardoor kreeg ik voldoende informatie om mijn familie te vinden. Door mijn ervaringen en mijn jeugd was ik moeilijk toegankelijk en gesloten, jammer genoeg ook naar mijn kinderen toe.

Maar dankzij Steunpunt Adoptie heb ik de mogelijkheid gekregen om mijn trauma’s te verwoorden en samen te zoeken naar een oplossing naar bevrijding en mijn zelfbewustzijn te vinden.'

Jaak Albert
2016