Wannes* en zijn partner Tiemen zijn de ouders van twee zonen van 2,5 jaar. Dest en Morris zijn een tweeling en werden binnenlands geadopteerd. Hoe kijkt Wannes naar ouderschap en opvoeden?
1. Hoe zou je jouw gezin beschrijven in enkele woorden?
Wij zijn een heel warm en hecht gezin, vind ik. We zijn een goed team waarin de focus ligt op emotioneel welbevinden. Wij doen heel veel dingen samen en Tiemen en ik proberen de kinderen te betrekken in onze beslissingen. Daarnaast voelt ons ouderschap vaak chaotisch en zijn we ook nog erg zoekend.
2. Hoe heb jij de stap naar het vaderschap ervaren?
Het is bij ons wat bijzonder gelopen. Nadat wij ons geschiktheidsvonnis hadden, stelden we ons erop in om nog minstens een jaar op de wachtlijst te staan bij Adoptiehuis (de binnenlandse adoptiedienst, nvdr.), maar vijf dagen na ons eerste gesprek met Adoptiehuis kregen we al een telefoon.
Er was een uitzonderlijke situatie: ze zochten een gezin voor een premature tweeling en ze vroegen of wij hiervoor openstonden. Er was namelijk geen gezin voor ons op de wachtlijst met een geschiktheidsvonnis voor twee kinderen.
Alles is razendsnel gegaan, waardoor de overgang naar ouder worden er niet bewust is geweest. We kregen een telefoon en 24 uur later zaten Tiemen en ik in het ziekenhuis met allebei een kind in onze armen. Dat was heel onwezenlijk. Wij zijn dan echt in een overlevingsmodus gegaan.
3. Welke gevoelens speelden er nog bij jou?
Vanaf het begin voelde ik ontzettend veel liefde. Ik dacht dat het een gradueel proces zou zijn, maar die connectie was er meteen. Ik voelde ook een enorme verantwoordelijkheid en drang om hen te beschermen.
4. Hoe hebben jullie die stap als koppel ervaren?
Als heftig. Er moest ontzettend veel geregeld worden. Op werkvlak moesten we alles omgooien, maar wij zaten ook midden in een verbouwing.
Daarnaast werden de kinderen medisch nauw opgevolgd en waren er heel veel doktersbezoeken. Door de grotere kans die premature baby’s hebben op het krijgen van infecties, werd ons aangeraden om zo veel mogelijk binnen te blijven met hen en zo min mogelijk bezoek te ontvangen. We konden de zorg voor hen dus niet zomaar doorgeven aan vrienden en familieleden, terwijl wij de praktische zaken regelden.
5. Elke ouder heeft verwachtingen of dromen over het ouderschap. Voelde jij je zoals je verwacht had of liep dat anders?
Ik vond en vind alles heftiger. Ik heb het ouderschap heel hard onderschat. Wij zijn realistische mensen en de voorbereidingscursus en het maatschappelijk onderzoek hebben ons enorm gewapend, maar dat is niks vergeleken met hoe het is. Ik denk dat niets mij kon voorbereiden op de voorbije jaren.
6. Ondervond je in die eerste periode steun van je omgeving?
Ja, wij kregen heel veel steun en advies. Wij hadden veel aan onze familie en vrienden. Met de meters van de jongens zitten wij qua gedachtegoed en emotionele leefwereld op dezelfde lijn en kunnen wij alles bespreken. Daarnaast hebben wij een fantastische, hele lieve familie die ook op praktisch vlak ondersteunt.
7. Vond of miste jij professionele ondersteuning?
Wij voelden ons erg gesteund. Wij hadden altijd sterk het gevoel dat we bij Adoptiehuis konden aankloppen met eender wat.
Daarnaast hadden wij in die eerste periode wekelijks doktersbezoeken en ook aan de dokters konden wij ons verhaal kwijt. We mochten de neonatologie-afdeling ook altijd contacteren, dus wij hebben een aantal keer naar daar gebeld midden in de nacht.
8. Wat betekent het voor jou om papa te zijn?
Veel. Alles. Ik vind het een voorrecht om papa te zijn van zulke fantastische kinderen. En ik ga er meteen bij zeggen: ik vind het ook een hele grote verantwoordelijkheid, een instabiele positie.
9. Welke ouder wil jij graag zijn voor je zonen?
Ik wil heel graag een warme ouder zijn, een open en begripvolle ouder. Er wordt altijd gesproken over de onvoorwaardelijkheid van ouderliefde, maar ik wil dat volledig waarmaken.
10. Wat zijn kwaliteiten van jou die je helpen om de ouder te zijn die je wil zijn?
Wat ik het sterkst vind aan mezelf als papa is dat ik heel hard geloof in de jongens. Ik geloof heel hard in wat zij aangeven en wat zij doormaken en dat we samen kunnen zoeken naar een aanpak. Ik heb ook een groot relativeringsvermogen en vind dat een grote kracht.
Daarnaast reflecteer ik veel over het ouderschap en kijk ik kritisch naar hoe wij het aanpakken. Daarmee bedoel ik dat ik het niet vanzelfsprekend vind hoe we de dingen doen. Vragen zoals ‘Wat vind ik van die aanpak, wat doet dat met mij en is dat de juiste aanpak voor onze zonen?’ helpen mij om een goede papa te zijn.
In alle eerlijkheid, ik voel wel dat ik nog niet bij de beste versie van mezelf ben als ouder. Ik ben nog heel sterk zoekende. Ik weet welke richting ik uit wil, maar weet niet of dat altijd spoort met de richting waarin ik aan het gaan ben.
11. Wat zijn kwaliteiten van je partner die jou helpen om de ouder te zijn die je wil zijn?
In bepaalde aspecten is Tiemen het tegengestelde van wie ik ben. Dat stemt mij tot nadenken over wat ik echt belangrijk vind. Hij heeft ook heel veel zelfkennis en wij kunnen goed communiceren met elkaar. Verder is Tiemen een fantastische vader en doet hij dingen anders of dingen die ik niet kan. Dat heeft een positief effect op de jongens en ook ik leer daar van.
12. Welke invloed heeft de maatschappij op jouw vaderschap?
Wat er gaande is in onze wereld, vind ik heel heftig: de verrechtsing, de onverschilligheid, de discriminatie op basis van kleur en seksuele voorkeur die er nog altijd is … Dat zijn allemaal zeer heftige thema’s waar wij in onze opvoeding het tegengewicht proberen geven door warm, open en betrokken met anderen te zijn.
Soms krijgen we de reactie: “De maatschappij is zo hard, dus je moet ze een beetje harden.” Maar als wij vinden dat de maatschappij te hard is, vind ik juist dat we als ouders tegengewicht moeten bieden. Anders verandert er niets.
13. Omgekeerd, welke zaken zorgen ervoor dat je niet altijd de ouder bent die je zou willen zijn?
Er zijn verschillende punten. De eerste is de vermoeidheid. Onze zonen slapen nog niet door, dus wij hebben al bijna drie jaar een chronisch slaaptekort. Dat zorgt ervoor dat mijn emmer sneller vol is, terwijl dat niet altijd gerechtvaardigd is. Ik kan me daar heel schuldig over voelen.
Daarnaast hebben onze jongens pittige karakters. Ze zijn heel enthousiast, heel ondernemend. Dat is goed en stelt mij tegelijkertijd op de proef als ouder. Verder vraagt mijn job veel energie, maar staan anderzijds bepaalde ambities noodgedwongen on hold. Dat het niet lukt om die waar te maken, maakt dat ik soms niet zo goed in mijn vel zit.
Ik ervaar dit wel allemaal als dingen die buiten onze jongens liggen. Het zijn dingen waaraan ik kan werken of waar ik tools voor moet zoeken om mee om te gaan. Dest en Morris zijn gewoon wie ze zijn en ze zijn fantastisch.
14. Ouders zijn er in alle soorten en maten, maar als jouw situatie anders is dan wat je vaak rondom je ziet, dan kan dat vragen oproepen. Ervaar je in je ouderschap dat je zogezegd ‘anders’ bent dan andere ouders?
Ik ben van het principe dat elk kind en elke ouder anders is en dat je vooral moet doen wat voor jullie gezin werkt. Ik vind het interessant om veel diversiteit te zien en te ontdekken, maar het is moeilijk. Vaak hangt er aan ouderschap een oordeel vast. Dat maakt mij soms terughoudend om de dingen te doen hoe dat ik ze wil doen en vooral om daarover te praten met andere ouders.
Voor ons is het heel belangrijk om te bewaken dat onze zonen zich kunnen ontwikkelen tot wie ze zijn. Zoals ik al zei, geloof ik heel hard in hen. Soms horen we dat ze ‘toch al dit of dat moeten kunnen, want ze zijn al twee …’, maar ze bepalen dat zelf wel. Zo hebben Dest en Morris lang nachtvoeding gehad, ik denk tot anderhalf jaar. Op een gegeven moment zijn ze daar zelf mee gestopt en ik geloofde ook dat ze zelf zouden aangeven wanneer dat niet meer nodig was, maar we kregen daarover veel opmerkingen.
15. Ben je bewust bezig met de manier waarop je kinderen wilt opvoeden?
Ja, absoluut. Misschien iets té bewust. Ik wil het heel goed doen als ouder. Ik ervaar dat als mijn plicht tegenover onze zonen. Ik wil dat ze gelukkig zijn.
Doordat het over een adoptieverhaal gaat, denk ik dat dat bewust ermee bezig zijn daarenboven nog op een ander niveau gebeurt. We voelen heel hard een verantwoordelijkheid naar de biologische familie toe.
Dit interview vond plaats in het kader van het belevingsonderzoek van EXPOO rond ‘ouderschap in een diverse samenleving’. Steunpunt Adoptie werkte hieraan mee door verschillende adoptieouders te interviewen.
*Om privacyredenen werden de namen in dit interview gewijzigd.
Interview: Kristina Van Remoortel, educatief & nazorgmedewerker
Tekst: Kristien Wouters, stafmedewerker
Gepost in: Interview