Sinds begin februari is het federaal regeerakkoord bekend. Een van de ethische thema’s waarover de federale regering zich wil buigen, is het mogelijk maken van de discrete bevalling. Momenteel liggen er wetsvoorstellen van Frieda Gijbels c.s. (N-VA), Vanessa Matz (Les Engagés) en Katja Gabriëls en Paul Van Tigchelt (Open Vld) voor in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waarbij het laatste voorstel eerder beperkt werd uitgewerkt waardoor we het hier buiten beschouwing laten.
Alle voorstellen voorzien erin dat een vrouw kan beslissen om te bevallen en haar kind voor adoptie af te staan, zonder dat haar gegevens worden opgenomen in de geboorteakte van het kind. De gegevens worden wel geregistreerd in een daartoe aangelegd register, waartoe het kind op latere leeftijd via bemiddeling toegang kan vragen.
Op dit moment is het niet mogelijk voor een vrouw om anoniem of discreet te bevallen in België. Uitgaande van het principe ‘mater semper certa est’ (= ‘de moeder is zeker’ m.a.w. de vrouw die bevalt, is automatisch de moeder) moet de geboorteakte de persoonsgegevens van de moeder vermelden. Een kind kan dus niet zonder afstamming worden geboren.
Sinds het advies van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek in 1998 zijn er geregeld wetsvoorstellen ingediend om discreet bevallen mogelijk te maken, maar het blijft een moeilijk ethisch vraagstuk waarover geen politieke consensus bestaat.
Om een breder beeld te schetsen, spraken wij met Debora Mattys, bestuurslid van Binnenlandsgeadopteerd.be, en Kathy Colson, directeur van Adoptiehuis. Binnenlandsgeadopteerd.be is een vrijwilligersorganisatie voor en door binnenlands geadopteerden en Sous X-geadopteerden. Sous X-geadopteerden zijn kinderen van moeders die in Frankrijk anoniem bevielen en erna naar België werden gebracht om geadopteerd te worden. Adoptiehuis is de binnenlandse adoptiedienst in Vlaanderen en begeleidt ouders die overwegen om hun kind af te staan of reeds hebben afgestaan.
Debora van Binnenlandsgeadopteerd.be is duidelijk: “Wij verzetten ons krachtig tegen de ingediende wetsvoorstellen over discreet bevallen. Het biedt vrouwen de mogelijkheid om anoniem te blijven voor het kind. Dit druist in tegen het fundamentele recht van een kind om zijn afkomst te kennen.”
Debora raakt hiermee meteen aan het grootste discussiepunt in dit ethisch thema. De verschillende wetsvoorstellen voorzien dat een vrouw die discreet bevalt later kan weigeren om haar persoonsgegevens vrij te geven als het kind hierom vraagt. Een bevoegde centrale autoriteit beoordeelt dan geval per geval wiens belangen doorwegen. Indien er geen akkoord is, beslist een familierechtbank.
“Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens erkent expliciet het recht van elk kind om zijn of haar ouders te kennen”, zegt Debora. “Discreet bevallen schendt dit recht en kan het zelfs volledig uitsluiten. Geadopteerden worden opnieuw gedwongen hun geboorterecht op te eisen.”
Kathy van Adoptiehuis voegt toe: “Discreet bevallen staat haaks op alle maatschappelijke discussies rond meerouderschap, openheid binnen adoptie en de afschaffing van de anonimiteit van donoren. Dat gezegd zijnde, werden deze wetsvoorstellen geschreven met de vrouw in gedachten, niet het kind. Dat zijn verschillende uitgangspunten. De vraag die wij hierbij wel hebben, is: voor welke vrouw werd het geschreven?”
Frieda Gijbels c.s. beschrijven in hun toelichting verschillende groepen vrouwen die zich in een noodsituatie bevinden en voor wie discreet bevallen een oplossing zou kunnen bieden. Het gaat om vrouwen voor wie een vrijwillige zwangerschapsafbreking niet kan omwille van religieuze of psychosociale bezwaren, vrouwen die niet in contact durven komen met georganiseerde gezondheidszorg (bv. asielzoekers, vrouwen zonder verblijfspapieren), vrouwen die de wettelijke termijn voor een zwangerschapsafbreking overschreden hebben en vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld. Ook Vanessa Matz spreekt in haar voorstel over vrouwen die zich ‘in een lichamelijke, psychische of economische noodsituatie’ bevinden.
Echter, een duidelijke link tussen deze situaties en de noodzaak tot discreet bevallen ontbreekt. Kathy licht toe: “Het is niet omdat een vrouw geen zwangerschapsonderbreking wil of laattijdig ontdekt dat zij zwanger is, dat zij ook nood heeft aan discretie bij de bevalling. Vele vrouwen die wij begeleiden ontdekken pas laat in de zwangerschap dat zij zwanger zijn. Dit vraagt om een zorgvuldige, sensitieve begeleiding, maar staat in se los van de ethische verantwoordelijkheid om het kind de mogelijkheid te bieden om te weten van wie het afstamt.”
Ook Binnenlandsgedopteerd.be stelt zich vragen over de reikwijdte van de wetsvoorstellen en de onderbouwing ervan. Debora zegt: “De wetsvoorstellen introduceren vage termen zonder duidelijke definities. Wat wordt verstaan onder een ‘noodsituatie’ van de moeder? Wat zijn de criteria en wie beoordeelt dit? Men verwijst geregeld naar de praktijk van anoniem bevallen in Frankrijk, voornamelijk in de jaren ’60 - ’90. Er wordt gesteld dat Belgische vrouwen momenteel nog naar Frankrijk trekken om anoniem te bevallen, maar concrete en recente gegevens die dit bewijzen ontbreken.”
Volgens Binnenlandsgeadopteerd.be en Adoptiehuis zijn de wetsvoorstellen onvoldoende afgestemd op de realiteit, mede omdat er geen recente toetsing is geweest bij betrokken diensten. Zij stellen dat het niet alleen onduidelijk is welke vrouwen daadwerkelijk nood hebben aan een discrete bevalling, maar dat er ook onvoldoende rekening wordt gehouden met de huidige omstandigheden van vrouwen die hun kind afstaan, evenals hun rechten en noden op korte en lange termijn.
Zo is de optie tot een discrete bevalling en adoptie volgens het wetsvoorstel van Frieda Gijbels c.s. enkel mogelijk als de vrouw in een ziekenhuis bevalt. “Het ontmoedigen van bevallen zonder medische begeleiding is goed, maar niet afgestemd op realiteit”, zegt Kathy. “Er zijn vrouwen die zich onwel voelen, naar het toilet gaan en plots bevallen. Zij hadden daarom niet de intentie om zonder medische begeleiding te bevallen. Voor hen wordt de optie tot discretie uitgesloten.”
Bovendien kan een geboortemoeder momenteel haar toestemming pas geven ten vroegste twee maanden na de bevalling na afloop van de minimale wettelijke bedenktermijn. Het wetsvoorstel van Frieda Gijbels c.s. voorziet echter dat de vrouw haar verzoek tot de opstart van de discrete adoptieprocedure nog vóór haar ontslag uit het ziekenhuis moet formuleren.
Vervolgens kan de adoptieprocedure meteen na het ontslag uit het ziekenhuis worden opgestart. “Er wordt onvoldoende voorzien, in een begeleidingsfase waardoor vrouwen mogelijk te snel of ondoordacht voor afstand kiezen", zegt Debora. Kathy vult aan: “Een vrouw heeft recht op bedenktijd en moet geïnformeerde toestemming kunnen geven. Het subsidiariteitsprincipe komt onder druk te staan als alles zo snel moet gaan.”
Het wetsvoorstel van Vanessa Metz houdt de bedenktermijn van twee maanden wél aan met de vermelding dat ‘het immers kan gebeuren dat de voornemens, wensen en wil van een vrouw vóór haar bevalling niet noodzakelijk stroken met wat ze denkt en verlangt nadat ze haar kind heeft gebaard.’ Al geldt het hier als een maximum in plaats van een minimum bedenktermijn. Eenmaal de twee maanden zijn verstreken en de vrouw niet heeft afgezien van haar beslissing, wordt haar toestemming in de adoptie immers vermoed en definitief.
Adoptiehuis benadrukt het belang van procesmatig werken met vrouwen die overwegen hun kind af te staan, zodat zij een doordachte beslissing kunnen nemen. “In elke fase bespreken we opnieuw hoe het met de moeder gaat en welke mogelijkheden zij heeft”, vertelt Kathy. “Wat doet het met haar als zij straks naar huis gaat en gescheiden is van haar kind? Hoe voelt zich na een week, na een maand, na twee maanden? Ook nadat die eerste twee maanden verstreken zijn, moet zij nog alle tijd krijgen om haar geïnformeerde toestemming te geven.”
Uit de jaarverslagen van Adoptiehuis van 2023 en 2024 blijkt dat 3 op de 4 vrouwen die in begeleiding was bij Adoptiehuis er effectief voor koos om haar kind te behouden. “De huidige Belgische wetgeving en begeleiding rond binnenlandse adoptie zijn momenteel goed georganiseerd en bieden de nodige garanties voor zowel biologische ouders als geadopteerden”, stelt Debora. “Dit systeem ondermijnen met een optie voor discreet bevallen is een stap achteruit.”
Daarnaast zijn er andere punten van kritiek. Over het wetsvoorstel van Frieda Gijbels c.s. merkt Debora op: “De inzage in adoptiegegevens is voor geadopteerden momenteel mogelijk vanaf 12 jaar, maar voor kinderen die discreet geboren worden, zou dit pas vanaf 18 jaar kunnen. Dit is een vorm van discriminatie die onaanvaardbaar is.” In het wetsvoorstel van Vanessa Metz geldt er wel een inzagerecht vanaf 12 jaar.
“Archivering van deze gegevens zou ook minimaal 100 jaar moeten zijn en niet beperkt tot een maximum van 100 jaar”, gaat Debora verder. “Vaak wordt vergeten dat ook kinderen van geadopteerden slachtoffer zijn en nood hebben aan het kennen van hun biologische roots.”
Ook de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand is onderwerp van discussie. Volgens het wetsvoorstel van Frieda Gijbels c.s. moet de moeder nog steeds aangifte doen van de geboorte, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand kan zich vervolgens beroepen op het beroepsgeheim om de identiteit van de biologische moeder niet vrij te geven aan het Rijksregister. De ambtenaar van de burgerlijke stand moet zich hierbij ‘vergewissen van de vaste en weloverwogen wil van de vrouw om de discrete adoptieprocedure te starten, alsook van haar noodsituatie’. Zowel Kathy als Debora uiten hun bezorgdheid over de rol die de ambtenaar van de burgerlijke stand in het voorstel krijgt en stellen dat deze niet geschikt is.
Binnenlandsgeadopteerd.be pleit voor de volledige verwerping van de mogelijkheid op discreet bevallen in het belang van geadopteerden en hun recht op identiteit. “De visie van het kind wordt volledig genegeerd”, zegt Debora. “Het pasgeboren kind, dat op geen enkel moment beslissingsrecht in deze heeft, dreigt opnieuw het grootste slachtoffer te worden van een wetgeving die onvoldoende rekening houdt met het recht op identiteit en afkomst.”
De vraag rijst of discretie in sommige gevallen toch gerechtvaardigd kan zijn. Volgens Adoptiehuis kan er een uitzondering zijn voor vrouwen die vrezen voor de gevolgen als hun omgeving ontdekt dat ze zwanger zijn of waren. “Voor hen kan discretie ten opzichte van de omgeving momenteel niet gegarandeerd worden, waardoor zij en/of hun kind gevaar lopen”, zegt Kathy. “Sommige vrouwen kunnen hun zwangerschap verbergen voor hun omgeving, maar zodra een kind geboren wordt, is het administratief gekoppeld aan de moeder. De kans dat de omgeving het alsnog te weten komt, is dan groot.”
Tegelijkertijd blijft de vraag of dit mag betekenen dat het kind zijn afstammingsinformatie niet krijgt. “Nee,” stelt Kathy resoluut, “de vrouwen die wij begeleiden, vrezen niet voor hun kinderen. Zij vrezen voor hun context. De discretie wordt nu gekoppeld aan het kind, maar de discretie moet bij de vrouw blijven. Die twee zaken moeten van elkaar losgekoppeld worden.”
Daarmee blijft de kern van het debat overeind: hoe kan een wet tegemoetkomen aan de noden van vrouwen in kwetsbare situaties zonder de rechten van het kind in het gedrang te brengen? Terwijl Binnenlandsgeadopteerd.be oproept tot de volledige afschaffing, ziet Adoptiehuis ruimte voor aanpassingen die een evenwicht kunnen vinden tussen discretie voor de moeder en het recht op afstammingsinformatie voor het kind. Of en hoe dat juridisch haalbaar is, blijft voorlopig een open vraag.
Binnenlandsgeadopteerd.be en Adoptiehuis blijven het debat opvolgen en hopen in dialoog te kunnen gaan met de betrokken politici om hun bezorgdheden en aanbevelingen toe te lichten. Houd de website van Binnenlandsgeadopteerd.be in de gaten voor hun integrale standpunt rond discreet bevallen.
Tekst: Kristien Wouters
Gepost in: Actueel